5.0. Het gemeente zijn

De instelling van het gemeente zijn.
Het gaat niet langer om een volk, maar om het gemeente zijn.

In het Oude Verbond, dat God met Israël had gesloten,  ging het om Israël als volk en haar bestemming om de Messias voort te brengen.

Nu deze Messias is verschenen, is het heil dat Hij brengt bestemd voor alle volken en sluit God Zijn verbond met iedereen die gelooft in Jezus en zich laat dopen als teken dat men volgeling van Jezus wil zijn.
Dit naast de specifieke beloften van God voor Israël die nog steeds gelden.

God roept al deze gelovigen bij elkaar en noemt hen ekklesia, zoals we al zagen in de inleiding.

In het Nieuwe Testament is dit woord vertaald met ‘gemeente’.

Ook noemt Jezus de gemeente “Zijn Lichaam”.

De gemeente is dus “het Lichaam van Christus.”

Gemeenschap

Het woord ‘gemeente’ staat weer in nauw verband met ‘gemeenschap’. Een groep mensen die iets gemeenschappelijks hebben en veel gemeenschappelijk doen. Die verantwoordelijkheid naar elkaar nemen, omzien naar elkaar.

En zo wordt de gemeente ook genoemd: “de gemeenschap van de heiligen.” Hierbij duidt heiligen niet op heilige boontjes (want dat zijn ze ook helemaal niet), maar op het apart gezet zijn.

Zij hebben een bijzonder kenmerk, namelijk het gemeenschappelijk geloof in God als Schepper, in Jezus als Redder en in de Heilige Geest als Helper.

Dat verbindt hen.

Voorwaarden

Wat zijn nu de voorwaarden voor het gemeente zijn ? Hoe wordt het lichaam bij elkaar gehouden? Hoe functioneert het?


De gemeente kenmerkt zich door drie fundamentele waarheden:
  1. De Here Jezus is haar Hoofd, Herder en Heiland. Hij geeft met Zijn Woord aan waar het op aan komt,
  2. De Heilige Geest is haar Helper en Heiligmaker. Hij geeft daarvoor bijzondere gaven, leert ons dienen en groeien naar volmaaktheid,
  3. God de Vader is haar Heer der Heren.  Hij verlangt ernaar haar eeuwig leven te geven door haar als bruid van zijn Zoon te verwerven.

In 1Korinthe 12 staat prachtig beschreven dat de leden van de gemeente dus leden van dat Lichaam zijn. En dat zij allemaal daarin een unieke plaats hebben. Dat niemand zich tegen de ander kan beroemen over zijn plaats of taak daarin. Maar dat alle leden elkaar nodig hebben.  Sommigen hebben wat meer voor de mensen in het oog lopende plaatsen, maar degenen die wij wat minder eer zouden geven, hebben daarom meer eer bij God.


Alles wat in de gemeente plaatsvindt dient te voldoen aan de volgende criteria:
  1. Is het tot eer van God (1Korinthe 10:31),
  2. Is het tot opbouw van de gemeente (1Korinthe 14:3-12),
  3. Is tot versterking van het persoonlijk geloof, (Romeinen 1:10-12),
  4. Is het tot heil van de naaste, (Handelingen 10:15; Romeinen 12:17-18; 14:18; 2 Korinthe 3:2; Filippenzen 4:5; Kolossenzen 1:28; Titus 2:11; 3:2).

Al deze criteria dienen aanwezig te zijn. Iemand kan geweldig bezig zijn en wat hij doet is tot eer van God en het bouwt de gemeente op, iedereen is blij met hem. Er komen mensen van buiten tot bekering, het is tot heil van de naaste, maar . . .  het versterkt zijn persoonlijk geloof niet, hij brandt op, dan is de zaak niet in balans.

En zo geldt het voor alle vier de criteria. Iemand kan evangelist zijn en er zijn veel bekeerlingen, het versterkt hem zelf ook enorm in zijn geloof, maar door zijn handelswijze waarbij hij zonder overleg maar van alles doet, wordt de gemeente totaal niet opgebouwd. Het geeft onrust, mensen voelen zich niet serieus genomen, dan gaat het toch niet goed.1

Hier geldt de uitspraak van Jezus dat mensen zullen komen en zeggen: wij hebben in Uw Naam geprofeteerd en boze geesten uitgedreven, veel krachten gedaan, en dan zal Jezus tegen hen zeggen: Ik heb u nooit gekend, want je hebt niet de wil van Mijn Vader gedaan.

(Eventueel terug naar het artikel over de leiding van de Heilige Geest.)


Het vijfde criterium

Waarom niet een 5e criterium: “Is het in overeenstemming met het Woord van God, de Bijbel?” Natuurlijk dienen dingen in overeenstemming met Gods Woord te zijn. Dat is namelijk een onderdeel van het 1e criterium: is het tot eer van God maar dan in combinatie met de overige criteria.

We kunnen elkaar de wet voorhouden, maar zo zegt de Bijbel: Barmhartigheid roemt tegen het oordeel. Bouw je elkaar op en versterk je het geloof met het Woord of sla je elkaar om de oren met de Bijbel?

Met andere woorden, als alle vier criteria aanwezig zijn, dan kan het niet anders dan dat het in overeenstemming is met het Woord van God.


Het leven van de gemeente

Het gemeente zijn ziet er zo uit, (Handelingen 2:42-47):

  1. volhardend met elkaar de Bijbel bestuderen,
  2. de gemeenschap met elkaar blijven onderhouden,
  3. het ter nagedachtenis aan het werk en de dood van Christus regelmatig het avondmaal vieren,
  4. samen blijven bidden,
  5. eensgezind bij elkaar komen,
  6. alles doen met vreugde en eenvoud van hart,
  7. het aanbidden en loven van God.

Sleutelwoord bij het leven van de gemeente is “gemeenschap”. Wanneer er niet gezamenlijk het avondmaal wordt gevierd, niet samen wordt gebeden, er geen gemeenschappelijke aanbidding is, dan verarmd het lichaam. Een ander gevaar is dat er elitaire groepjes ontstaan. Die zich zien als de voorbidders, de Bijbelvorsers, e.d. En ja, natuurlijk is er verscheidenheid in gaven, niet iedereen heeft de zelfde gaven, maar laat het in het midden van de gemeente plaatsvinden in het besef dat alle delen van het Lichaam elkaar nodig hebben.

De grootte van de gemeente

Wanneer is er nog sprake van onderling omzien,  eensgezind bij elkaar komen, gemeenschap met elkaar onderhouden, gezamenlijk de Bijbel bestuderen?

De eerste gemeente die door Lucas beschreven wordt in Handelingen had alles gemeenschappelijk. Er waren duizenden en duizenden tot bekering gekomen. Ze hadden geen gebouw waarin ze samenkwamen. Ze kwamen in de huizen bij elkaar in kleine groepjes waar ze het avondmaal vierden en God aanbaden en elkaar onderwijs gaven.

Door de vervolgingen werden ze ook over het land verspreid waardoor het evangelie zich enorm uitbreidde.

De gemeente te Jeruzalem fungeerde als moedergemeente. Vragen werden naar de apostelen en oudsten in Jeruzalem gestuurd. Die werden in het midden van de gemeente behandeld waarbij een ieder instemde met het antwoord. Ook de resterende gelovigen in Jeruzalem zullen geen grote gemeente zijn geweest om op deze wijze te kunnen functioneren. In alles zie je dat de gemeenschap met elkaar bepalend was en zij daarom thuis samenkwamen.

Organisme

Het lijkt mij dat door de groei van de kerk er ontzettend veel organisme verloren is gegaan en organisatie voor teruggekomen is.

Mijn persoonlijke opvatting is om een gemeente zo klein mogelijk te houden. Hij moet in de huiskamer passen. Deze kleine groepen kunnen elkaar steunen in de gaven die een ieder heeft, maar ga dat niet organiseren. Organiseren betekent functies en posities.

Naar de volgende pagina waar we naar de missie en het doel van de gemeente gaan kijken.


NOOT:
  1. Vaak met een beroep op het feit dat men oudste is. Men ziet zichzelf als leider die de taak heeft de gemeente voor te gaan in wat er moet gebeuren.
    In plaats dat men als oudste juist op zoek gaat naar wat Jezus in de gemeente heeft gegeven aan gaven. ↩︎
  1. Wie of wat is de gemeente ? Wat is dan nu de plaats van Israël ?
    Daar lees ik nergens iets over in dit stuk.
    Het heil is immers uit de joden.
    De beloften van God zijn in de eerste plaats voor Israël. Het gaat er bij God dus nog om Zijn volk.

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Inhoudsopgave