De voleinding van deze wereld

In de voleinding van deze wereld zoals beschreven in het laatste Bijbelboek ‘Openbaring’ komt God tot zijn doel.
De voleinding van deze wereld
De voleinding van deze wereld

Heel Openbaring is het tonen van Jezus !

We willen in dit artikel ‘De voleinding’ gaan kijken naar een bijbelboek dat genoemd is: De openbaring van Johannes.

 De voleinding van deze wereld is de onthulling van Jezus

De latere naamgeving van dit bijbelboek: “De openbaring van Johannes”,  is onjuist.
Hoofdstuk 1:1 zegt: Openbaring van Jezus Christus aan Johannes die Jezus weer van Zijn Vader had gekregen.
Het is dus niet de openbaring van Johannes, maar aan Johannes.

Dit is een belangrijk verschil als we de betekenis zien van het woord ‘openbaring’, namelijk ‘onthulling’. Een onthulling zoals een standbeeld wordt onthuld. Je haalt de bedekking weg die het standbeeld aan het oog onttrok. Bedenk dat het standbeeld er wel al is. Zo ook Jezus; Hij leeft, Hij is in het midden van de gemeente. Maar nu maakt God dat ook zichtbaar voor ons, hoe Hij altijd aanwezig is geweest en nog is.

En dat is niet Jezus in zijn vernederde staat zoals Hij bij de discipelen lijfelijk als mens aanwezig was, maar dat is de verheerlijkte Mensenzoon in al zijn glorie en luister, dat al zijn kwaliteiten uitdrukt. Jezus als overwinnaar vanaf het moment dat Hij uitriep: “Het is volbracht.’ Koning der Koningen en Heer de Heren.

En dat gegeven is fundamenteel bij het lezen van deze Openbaring nu bij de voleinding van deze wereld: De Vader onthult Zijn Zoon, Jezus Christus. Hij maakt Hem zichtbaar. Hij laat zien wie Hij werkelijk is. Elk oog, ook zij die Hem doorstoken hebben, zullen Hem zien zoals Hij is en wie Hij werkelijk is, 1:7.

In 1:2 zegt Johannes dat ook: Hij, Johannes, getuigt van het Woord van God (d.i. Jezus) en hij getuigt van het getuigenis van Jezus. Namelijk: alles wat hij te zien kreeg. Dus alles wat hij te zien kreeg, ging over Jezus.

De belangrijkste sleutel voor een goed begrijpen van heel dit boek:

Openbaring staat vol met aangehaalde citaten uit het Oude Testament. Die moeten dan ook in de betekenis gelezen worden, zoals zij die hebben in die oudtestamentische context. Dat geldt voor uitdrukkingen, woordgebruik en getallen. 

Een afgeleide vraag daarvan, die altijd geldt bij het lezen van de Bijbel is: hoe zullen de toenmalige christenen aan wie deze brief gericht was, de gebezigde uitdrukkingen begrepen hebben? 

Zoek de parallellen op hoe een getal of woord in het Oude Testament werd gebruikt en bedoeld.

Dit bewaart ons voor eigenmachtige uitleg, inlegkunde, en fantasieën over onze eigen tijd. Want elke tijd door de eeuwen heen, zal zich in deze openbaringen herkennen. Maar pas wanneer we de Oudtestamentische betekenissen er naast leggen, zullen we deze onthulling en het gebruik van symboliek werkelijk begrijpen.

 Wat er was(!) gebeurd, en ons staat(!) te wachten
Waarom onthult God de Vader Zijn Zoon Jezus nu bij de voleinding van deze wereld?  Er staat: Om aan zijn dienstknechten te laten zien wat er met spoed moet gebeuren, 1:1. Dit boek is speciaal voor ons geschreven! Om het in de woorden van Jezus te zeggen: En nu heb Ik het u gezegd voordat het gebeurt, opdat u zult geloven, wanneer het gebeurt, Joh.14:29.1

Doordat Jezus zichtbaar wordt, zien we wat er spoedig gebeurt. De geschiedenis wordt bepaald door Jezus. En dat klopt natuurlijk, want sinds Golgotha, toen Hij riep: het is volbracht, is Hij de Koning van deze wereld. Hij bepaalt de speelruimte, Hij bindt of laat los, 20:1-3.

In 1:10 staat dat Johannes in de geest op de bij de Heer horende dag kwam en dan een stem achter zich hoort.2  Met andere woorden: Johannes kijkt vanaf de oordeelsdag terug naar de geschiedenis. In die zin is het voor Johannes niet profetisch, maar een kijken naar wat reeds heeft plaatsgevonden!

Johannes kijkt niet vanaf zijn plaats in de tijd, tussen 60 en 68 naar Christus in de toekomst, maar kijkt vanuit de toekomst terug naar wat is geschied. Pas wanneer hij (steeds bij de verschillende invalshoeken / perspectieven) het moment van het grote oordeel ziet, en daarna het nieuwe Jeruzalem ziet neerdalen, 21:1, krijgt hij een blik in de toekomst en profeteert hij.

Eigenlijk is dat laatste ook niet goed gezegd. Het geschieden is dan gestopt. Er is en het is geen toekomst. Er is een zijn. Johannes kijkt dan over de tijd en ziet het eeuwig leven. Zoals een ieder wanneer hij sterft uit de tijd overgaat in het eeuwig leven en direct “aankomt” op het moment van het oordeel en het nieuwe Jeruzalem. Wat Jezus ook van Abraham zegt: dat Abraham Zijn dag heeft gezien. (Zie ook hier noot 2!)

Terugblik maar toch ook profetie met drie lagen

Tegelijk is het volledige boek totaal profetie, zoals het zelf ook op vijf plaatsen zegt, 1:3; 10:11; 22:7, 10, 18-19. Maar profetie is dan ook niet zomaar alleen maar toekomst voorspellend. Profetie heeft altijd drie lagen met een vaste bedoeling.

De eerste laag is het beschrijven van de de situatie in de tijd waarin de profetie wordt geopenbaard.

De tweede laag is het beschrijven van de geestelijke wereld die daar achter ligt.

De derde laag is het beschrijven hoe de beschreven situatie vervuld wordt in Christus, hetzij ten leven hetzij ten oordeel.

En alles dient maar één doel en dat is de mens in zijn huidige situatie op te roepen tot gehoorzaamheid aan God. De mens in zijn hier en nu. Zie 1:3; 16:15b; 22:7b; 14b. Daarom is het getuigenis van Jezus de geest van de profetie, 19:10. Met andere woorden in alle profetieën gaat het om wat Jezus heeft gezegd. En dat is ons leven hier en nu, het omgaan met elkaar, met de wereld en in alles het dienen van God.

Drie lagen, maar … ook Israël

Vergeet nooit de drie lagen van profetie. En een van die lagen is de vervulling in de tijd dat deze werd uitgesproken. Daarom profeteert Johannes hier ook over de verwoesting van Jeruzalem een paar jaar later. Ja, van het volk Israël als natie als het door de Oudtestamentische profeten en Jezus zelf aangekondigde oordeel over hun afval en afwijzing van de Messias.

Naar de volgende pagina waar we naar de verschillende perspectieven gaan kijken die in Openbaring te zien zijn.



Noten:
  1. Het is dus niet de bedoeling dat wij gaan rekenen en bepalen wanneer dingen gebeuren. Daarin zullen we God nooit kunnen voorspellen. Pas als het gebeurt, dan is het een bevestiging dat God dit reeds gezegd had. ↩︎
  2. De algemene uitleg van deze uitdrukking is dat dit de eerste dag van de week is, namelijk de dag waarop Jezus opstond uit de doden. Dit omdat Kuriakei (Heer) het  bijvoeglijk naamwoord is bij het zelfstandig naamwoord hemerai (dag).
    Dit in tegenstelling tot 2Pet.3:10 waar Kuriou (Heer) als zelfstandig naamwoord na hemera (dag) volgt. De laatste uitdrukking  in Petrus gaat ontegenzeggelijk over de grote dag van de Heer waar Hij zal oordelen, zeker ook gezien het tekstverband en de verwijzing naar Joël 1:15.
    De uitspraak “de eerste dag van de week” komt in de Bijbel twee keer voor. In Hand. 20:7 staat dat de discipelen op de eerste dag van de week bij elkaar kwamen om avondmaal te vieren. Uit het vervolg blijkt dat dit letterlijk in de avond was. Een dag begon de avond ervoor.  Dit avondmaal vond dus plaats op zaterdagavond. Het was dus letterlijk een avondmaal. 
    In Hand.2:46 lezen we trouwens dat zij dagelijks bijeen kwamen en het brood braken. In 1Kor.16:2 verzoekt Paulus om elke eerste dag van de week iets opzij te leggen voor de inzameling van de heiligen te Jeruzalem, zodat dit niet in een keer hoeft te gebeuren bij zijn komst. En dus ook niet op de Sabbat een inzameling plaatsvond.
    Nu wordt hier wel over de eerste dag van de week gesproken, maar niet over een dan gehouden samenkomst en ook niet van een collecte in een samenkomst, maar van een thuis sparen.
    Maar wat belangrijker is:
    tot het beruchte jaar 321 en nog decennia daarna vierden de messiasbelijdende Joden alsook de gelovigen uit de volken nog gewoon de Sabbat. Op het toen gehouden concilie van Nicea verbood keizer Constantijn het vieren van de Sabbat. Ook paus Innocentius verbood in de jaren 400 n.Chr. godsdienstige handelingen op de Sabbat. Blijkbaar werd die dus nog steeds gevierd.
    Het verbieden van de Sabbatviering en de instelling van de zondag had maar een reden: elk verband met jodendom doorsnijden.  
    Nergens wordt in de Bijbel de eerste dag ‘de Dag des Heren’ genoemd. De afschaffing van de Sabbat gebeurde eeuwen later. Het is dus buitengewoon onwaarschijnlijk dat de oude Johannes bij “de dag des Heren” dacht aan de eerste dag van de week. Het is Bijbeluitleg op basis van onze preoccupatie en eigen overtuigingen.
    Ik moet echter ook denken aan de uitspraak van de Here Jezus tegen de Joden: “Uw vader Abraham heeft zich erop verheugd mijn dag te zien en hij heeft die gezien en zich verblijd,” (Joh.8:56). Daar wordt dan weer van gezegd dat Abraham in de geboorte van Izak de geboorte van Jezus zag.
    Maar de uitspraak van Jezus  tegen de Joden gaat over het feit of Abraham wel of niet gestorven is. Jezus had gezegd  dat wie Zijn woorden bewaart de dood niet zal zien. In dat verband zegt Hij dat Abraham feitelijk leeft – Zijn dag heeft gezien –  omdat Hij God geloofde. Elders zegt Jezus: God is een God van levenden. Toen Abraham stierf kwam Hij in eeuwigheid en zag hij de beloofde Messias waar hij zo naar had verlangd in al zijn heerlijkheid en luister als de Overwinnaar en Rechter der wereld.
    En zo hebben we drie verschillende betekenissen: de dag waarop Jezus werd geboren, de dag waarop Jezus opstond uit de dood en de dag waarop Hij zal oordelen.  
    De gangbare uitleg is ook helemaal niet zeker en valt zeker niet met andere Schriftplaatsen te onderbouwen. Het lijkt gekunsteld en gezocht. De betekenis in Petrus is duidelijk en is ook door iedereen geaccepteerd.
    Het lijkt mij het meest dicht bij de Schrift te blijven om op al deze plaatsen te begrijpen dat dit de oordeelsdag is. Dat is de dag van Jezus, Zijn dag, de dag die alleen bij Hem hoort, aan Hem is het oordeel gegeven, dan zal Hij in al zijn heerlijkheid en als Overwinnaar, als Rechter der wereld te zien zijn en optreden als de grote Autoriteit. En zo zag ook Johannes hem nu. De grote Autoriteit klaar om te oordelen. Dat zal verder ook blijken wanneer we ingaan op hoe Jezus aan Johannes verschijnt. ↩︎
  1. Waarom wordt de sleutel van het boek, zijnde Openbaring 1:19 nergens in deze inleiding genoemd? De driedeling die daar wordt gegeven is essentieel voor het begrijpen van het boek.
    – Wat je gezien hebt: Christus in heerlijkheid H1
    – Wat is, de gemeente in hun historische ontwikkeling H2,3
    – Wat hierna zal gebeuren (zeer duidelijk toekomstig en qua taal precies aansluitend bij 4:1) – H4-22 – Startend met de opname van de gemeente, gevolgd door het nemen van de boekrol met de zeven zegels door het Lam uit de hand van Hem die op de troon zit in aanwezigheid van de gemeente in de hemel (24 oudsten). Daarna het verbreken van de zegels vanaf H.6, waarbij alle aardse machten, de vier apocalyptische ruiters, de verborgen netwerken en militaristische (let op: niet militaire maar wel in die zin van commandostructuur en ‘befehl ist befehl’ functionerend, A ’tightly knit, highly efficiënt machine’ zoals JFK beschreef),priramidestructuren van de machthebbers in heftig verzet komen door misleiding – tweedracht zaaien – schaarste creëren – dood en verderf – uitschakeling van alle dissidenten en daarna de grote oordelen van God over een ongehoorzame en dwalende mensheid (H 6:12 – H.9) Dan pas wordt satan uit de hemel geworpen (H12) en ontstaat een tirannie zonder weerga (H13), uitlopende uit de finale oorlog, waarbij de valse kerk zal worden vernietigd (H17, 18) en het Lam de draak zal verslaan en allen die de draak zijn gevolgd (H.19)
    Het gaat niet aan om overal waar het griekse ‘meta’ staat dat te willen vertalen met ‘achter’ als een ‘laag’ of ‘perspectief’ en nooit door ‘hierna’ in chronologische zin. Kijk ook naar de werkwoordsvormen en overeenkomsten door heel het boek heen.
    Christus is Overwinnaar maar de grote vraag is of Hij zijn overwinning al heeft opgeëist. ‘Wij zien nog niet alles aan Hem onderworpen maar wij zien Jezus, met heerlijkheid en eer gekroond. (Heb 2)
    Wij leven nog ‘in deze tegenwoordige boze eeuw’ (Gal.1:5)
    De satan is nog de vorst van deze eeuw (Jh. 14:30) en de god van deze wereld (kosmos) (2 Ko. 4:4).
    Wij hebben nog strijd tegen de ‘overste van de macht der lucht (Ef 2), tegen de wereldbeheersers van de duisternis in de hemelse gewesten (Ef 6).
    Om ons heen zien we steeds duidelijker de apocalyptische ruiters oprijzen. Ze zullen hun verderfelijke werk ten volle kunnen ontplooien wanneer het Lam de zegels verbreekt.
    Zie meer:
    https://hijkomtmetdewolken.nl/opname/dwaalleer

    Beantwoorden
    • Bedankt voor deze aanvulling.Wat ik mij afvraag is waarom het voor u zo duidelijk is dat voor het aanvaarden van de boekrol door het Lam de opname van de gemeente is. Dat lees ik niet hier in hoofdstuk 4 en 5.

    • Dag Piet,
      Het aanvaarden van de boekrol zelf is niet de opname van de gemeente maar het feit dat dit gebeurt in aanwezigheid van de 24 oudsten, die qua positie en outfit precies overeenkomen met de ‘overwinnaars’ van de gemeenten in de zeven brieven van H2 en H3, geeft aan dat de gemeente intussen is opgenomen in de hemel. De opname zelf wordt in Openbaring niet genoemd (er wordt wel op gehint in 4:1) omdat het in Openbaring niet primair gaat om Christus voor zijn bruid (een onderwerp dat meer door Paulus wordt belicht) maar om Christus voor Israël en om de overname door Christus van zijn heerschappij over de aarde.

Plaats een reactie