6.32. Denk aan Adam en Eva

Als ik denk aan Adam en Eva, zie ik pure mensen, bijna goddelijk, volmaakt. Volmaakt in liefde, in liefhebben, in dienstbaarheid, zo lijkend op hun Maker.

Ik denk niet dat Adam en Eva dachten, zo, we gaan eens even lekker zondigen zodat de hele aarde en de mensheid vervloekt raakt en we lekker duizenden jaren van lijden en onrecht over de aarde brengen.

Nee, dat zullen ze niet gedacht hebben.

Ze zullen ook niet gedacht hebben, zo we gaan nu eens lekker ongehoorzaam zijn aan God.

Nee, met het ‘WAT’ zullen ze geen problemen hebben gehad.

Gehoorzaam zijn aan God en  de aarde gaan onderwerpen voor zijn Koninkrijk, gaan heersen over al het geschapene, nee, daar hoorde je ze niet over.

Maar het HOE, daar ging het op mis. Want hoe moesten Adam en Eva gehoorzamen? Door niet van de boom te eten, tja, hoezo? We kunnen toch juist als we goddelijk zijn en meer inzicht hebben, veel beter de aarde onderwerpen en heersen!? (Gen.3:6, de boom was begeerlijk om daardoor verstandig te worden.)

Inspraak op de methode

Het begon al toen Adam aan God vroeg het vrouwelijk deel van hem tegenover hem te plaatsen. Hij wilde de verhouding, zoals God die had geschapen, anders. Niet een totale eenheid van man en vrouw, maar twee aparte mensen.

Vervolgens is Eva daar en zij begint onmiddellijk mee te denken met de wijze hoe God de verhouding tot Hem had ingesteld. En met haar ook Adam.

Het kan toch ook wel  op een andere manier. En volgens hen op een nog veel betere manier, als we wel eten van die boom, worden we nog verstandiger en worden we gelijk aan God.

Misschien dachten ze zelfs heel positief: Op die manier kunnen wij nog veel beter aan Gods opdracht voor de aarde werken.

Adam en Eva hadden dus zo hun eigen ideeën over het ‘HOE’. En het ging gruwelijk mis.

Op de volgende pagina gaan we naar de aartsvaders en Mozes kijken.

Plaats een reactie

Inhoudsopgave