Uitverkiezing en verwerping

Predestinatie of belofte

De leer van de uitverkiezing en verwerping. Een van de dogma’s van de kerk. De Dordtse leerregels wijden daar hoofdstuk 1 aan als leerrede tegen de Remonstrantse opvatting.

Uitverkiezing en verwerping

De grondfout die makkelijk gemaakt wordt in heel deze materie is dat alle eigenschappen van God die eeuwig is, worden verweven in ons van tijd afhankelijk denken.

Daarmee maken we alle beloften die God aan ons in de tijd heeft gedaan tot een leugen.

Als er predestinatie is (vooraf vaststaande uitverkiezing en verwerping), dan is:

  • de belofte dat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat (Johannes 3:16), een leugen!
  • De herhaalde uitspraak  (1 Timotheüs 2:4; 2 Petrus 3:9) dat God niet wil dat ook maar iemand verloren gaat, een leugen!
  • de belofte van Jezus zelf dat een ieder die volhardt tot het einde behouden zal worden (Mattheus 10:22; 24:13), een leugen!
  • Elke oproep tot bekering  onzinnig.
  • Elk aanrekenen van zonde onrechtvaardig.

Dat beseffende, hebben de aanhangers van de predestinatieleer, uitverkiezing en verwerping,  pompeuze theorieën geschreven om  dit conflict weg te werken.

Maar de Bijbel kent geen bombastische theorieën. De Bijbel is eenvoudig, klip en klaar.

Schijnbaar tegenstrijdige teksten waarvan de één een uitverkiezing lijkt te ondersteunen en de ander de mens aan zijn verantwoordelijkheid om te kiezen houdt, komen in één lijn te liggen als we zien wanneer er gesproken wordt vanuit Gods eeuwigheid en wanneer er gesproken wordt in ons tijdse denkraam.

Wij mogen weten en kennis nemen van God de Eeuwige en daar vervolgens niets van begrijpen(1). Maar wij hebben eenvoudig te maken met wat God in Zijn Woord aan ons belooft. In ons tijdse denkkader.

En de kerkvaders dan?

Hoe komt het dan dat zeer intelligente kerkvaders zoals Augustinus, Luther en Calvijn en een hele synode vol geleerde mannen broeders toch tot deze predestinatieleer kwamen op grond van het bestuderen van het Woord van God?

Nu moet ik erg denken aan de quote die ik zelf rechtsboven op elke pagina heb geplaatst. Maak ook ik mij daar zelf niet schuldig aan?  – Ik denk op een bepaalde manier wel. Ik ken God als een liefhebbend Vader die Mij geweldige beloften doet in Zijn Woord. Die mij zijn genade aanbiedt. Die toornt over de ongerechtigheid, maar voor mijn ongerechtigheid Zijn Zoon heeft gegeven. Wiens goedertierenheid van eeuwigheid tot eeuwigheid is. Niet eeuwig blijft Hij toornen. Ik hoef alleen maar te aanvaarden, te grijpen. Ja, van uit die gedachte en die zekerheid lees ik elke tekst die lijkt te zeggen dat God uiteindelijk bepaalt of Hij mij uitkiest of verwerpt.

Het alles omvattende uitgangspunt

Laten we daarom bescheiden blijven en terughoudend met grote woorden. Maar is het niet zo dat we de bijbel alleen maar kunnen begrijpen als we zien en begrijpen hoe God de mens heeft geschapen en in welke verhouding tot Hem zelf?

Dat zal te allen tijde uitgangspunt moeten blijven bij het lezen van de Bijbel.

Ging God het er niet om dat de door Hem geschapen mens in liefde voor hem zou kiezen.  En niet dat Hij mens zodanig schiep dat hij niet anders kon dan Hem liefhebben? Niet dat dat niet mooi is. Kijk maar naar de schepping. Heel de schepping juicht tot zijn eer; de bloemen, de vogels, het onnavolgbare universum, alles. Maar God wilde meer. God wilde niets liever dan een relatie van wederkerigheid.

En ik hoor de atheïst al zeggen: dan moet God niet zeuren als de mens dat niet doet en een blauwtje loopt. Nee, dat is waar, hoewel een blauwtje lopen wel erg pijn doet. Zeker als je die ander zo onvoorwaardelijk liefhebt. Maar het is waar: de liefde moet wel van twee kanten komen. Maar dan moet de mens niet zeuren  over alles wat hij daardoor mist en gaat missen. En vooral God de schuld niet geven. Nee, jij mens wilde geen relatie met God. God laat je daarin vrij en dwingt je niet. Want dat wilde je toch niet?

Maar goed, dat terzijde. God die eeuwig is, schiep de tijd met daarin de mens. De mens kreeg de tijd om te kiezen, om Gods liefde te beantwoorden. Als God dat in zijn eeuwigheid had gedaan, dan was er niets te kiezen; dan was dat de toestand waarin we zouden zijn: een onafgebroken toestand van liefhebben. En daar gaan we wel naartoe, maar eerst een tijdsperiode waarin er voor elkaar gekozen kon worden. Zeg maar een verkeringstijd. Het kan nog veranderen. Maar straks is de bruiloft, dan zijn we getrouwd voor het leven. Een eeuwig leven.

God de oorsprong van alles en de mens verantwoordelijk

En alles komt van God en heeft zijn oorsprong in Hem. Eenvoudig omdat Hij alles geschapen heeft. Dus ja, ook het willen en werken, het geloof, de liefde. Maar ook genade en waarheid, vergeving en genezing. Alles ! Opdat wij niet in onszelf zouden roemen. Maar het blijft een keus voor of tegen de liefde van God. Geloof je zijn door liefde geïnspireerde reddingsplan, neem je het aan, of niet. Geloof je dat Hijzelf kwam om de relatie te herstellen? Dan neemt Hij je op in zijn eeuwige toestand van liefhebben. Geen haat, ziekte, zonde, onreinheid, duisternis meer. Dus ja, aan ons de keus . . . . . in de tijd! En ja, God weet alles. . . . .  in eeuwigheid!  Maar dat heeft met onze verantwoordelijkheid en vrijheid die keus te doen niets te maken!

En Ezau dan?

Als je ergens uitverkiezing en verwerping ziet, dan is dat wel bij Jakob en Ezau. Maar let op! Telkens wanner er in de Bijbel  wordt gesproken over uitverkiezen, vraag je dan af: WAARTOE?! En als er over verwerping wordt gesproken vraag je dan af: WAAROM?!

Waartoe werd Jakob uitverkozen en waarom werd Ezau gehaat?

Jakob werd door God uitgekozen om stamvader van het volk Israël te worden om de Messias voort te brengen. Ezau werd gehaat vanwege . . . .  zijn hoogmoed! Wanneer Ezau zijn tweede plaats had geaccepteerd, dan was ook hij een geliefd kind geweest. Wanneer was het moment van Gods haat? Al vanaf de moederschoot of na zijn  getoonde hoogmoedig gedrag?

uitverkiezing en verwerping
Geef mij dat rode

En nog gaat het hier niet over het eeuwig heil van Jakob of Ezau. Het is een uitverkiezing voor een plaats of taak hier en nu in de tijd. Denk aan Paulus die zegt uitverkoren te zijn. Waartoe? Om aan de heidenen het evangelie te mogen verkondigen. Geen enkele Bijbelplaats die gaat over uitverkiezing en verwerping gaat over eeuwig heil.

En by the way: gaat heel deze tekst in Maleachi 1:3 niet over de twee volken Israël en Edom? En niet over de twee personen Jakob en Esau?!
Dus JA, de beloften van God zijn ja en amen, waar en zeker!

Noten:

(1) Neem kennis van de Zwitserse theoloog Karl Barth (1886-1968) die God “der ganz andere” noemde. Geen enkele menselijke capaciteit kan een rol spelen in het verwerven van Godskennis. Alles wat de mens over God te weten komt is louter genade waarbij alleen het Woord van God, de Bijbel, de bron van die kennis kan zijn. 

Plaats een reactie

Inhoudsopgave