In alle relevante teksten komen we als kernthema tegen dat een oudste
- Vol van de Heilige Geest en wijsheid dient te zijn
- En bekwaam moet zijn om te onderwijzen.
Dat is de basis, voordat je naar andere eisen kijkt.

Vol van de Geest houdt in dat er een duidelijke, herkenbare en erkende bediening en gaven aanwezig dienen te zijn, met name dus de gave van wijsheid en de bediening van onderwijs nog voordat iemand oudste is. Zo functioneert hij al in de gemeente.
Het kunnen onderwijzen wordt een aantal keer benadrukt. Als een oudste niet voldoende thuis is in de Schrift en/of dat niet goed kan onderwijzen heeft dat twee gevolgen. Een: het is juist de taak van een oudste de gemeente voor te gaan, te weiden, voedsel geven. En twee: zonder degelijke Bijbelkennis ontstaat de neiging om op basis van persoonlijke overtuigingen dingen te gaan beoordelen, waardoor niet-Bijbelse jukken worden opgelegd of de gemeente als organisatie wordt behandeld. Of juist dwaalleer niet bestreden wordt. Het gaat hier dus om het kunnen hoeden (beschermen) en weiden (voedsel geven).
Twee redenen: door gezond onderwijs anderen kunnen bemoedigen, vertroosten en aansporen en ten tweede tegensprekers van het woord kunnen weerleggen en overtuigen.
In dat verband geldt ook dat hij vasthoudt aan het betrouwbare woord (Titus 1:9).
En daar is ook de gave van wijsheid voor nodig om dat niet op een afwijzende manier te doen en voor zover het aan hem ligt geen schisma te veroorzaken.
Omdat het gaat om gaven van de Geest, functioneert iemand al op deze wijze in de gemeente.
Namelijk, hij ziet om naar mensen, hij onderwijst.
Met andere woorden: iemand functioneert al in de gemeente in zijn bediening als een herder en als een leraar.
Dus iemand is al vol van de Heilige Geest dat zich manifesteert door en blijkt uit zijn herderschap en leraarschap, al voordat hij oudste is.
Daaraan kun je zien of iemand geschikt is voor het ambt van oudste.
De Bijbel legt duidelijk deze maatstaven, niet minder maar ook niet meer.
Samenvattend:
De Bijbel stelt slechts één eis: vol zijn van de Heilige Geest, dat zich tenminste uit in de gave van wijsheid en de bekwaamheid om te onderwijzen.