5.3.1.1. Wie zijn oudsten

Echt ouder of titel van oudste

De vraag is wie zijn oudsten nu precies? Het gebruikte Griekse woord voor oudste is  ‘presbuteros’.  Het wordt in al de voorkomende teksten als bijvoeglijk naamwoord gebruikt en niet als zelfstandig naamwoord(!) en betekent letterlijk: ouder, eerbiedwaardiger. Het is de vergrotende trap van ‘presbus’, ‘oud’.  Zoals met groot – groter is het oud – ouder.

En als het zonder zelfstandig naamwoord zelfstandig wordt gebruikt: voorouder.

Het gaat hier dus om letterlijk de ouderen in leeftijd!

Verzamelnaam of specifiek mannen

Er is 1 tekst waar de vrouwelijke vorm voor ouder staat: 1 Timotheüs 5:2 waar Paulus tegen Timotheüs zegt om met oudere mannen (presbuteroi) om te gaan als met een vader en met oudere vrouwen (presbuteras) als met moeders. In alle andere teksten is de mannelijke vorm gebruikt. Daarnaast zijn er nog een paar teksten die het specifieke woord voor oudere man (presbutes) of oudere vrouw (presbutis) gebruiken.  Titus 2:2-3: Oude mannen ‘presbutes’ moeten nuchter zijn waardig, bezadigd. Oude vrouwen ‘presbutis’ eveneens en priesterlijk in hun optreden.

Hieruit blijkt dat wanneer het woord presbuteros is gebruikt daar alleen mannen mee zijn bedoeld. En alle teksten die gaan over (de aanstelling van) oudsten gebruiken deze mannelijke vorm presbuteroi (mv).

Dat is een duidelijk voorschrift.

Al vinden wij dat een jongere man of een vrouw over de nodige vereiste kwaliteiten beschikt en is de verleiding groot om naar jongere mannen of vrouwen uit te kijken als oudere mannen in de gemeente, om welke reden dan ook, niet beschikbaar zijn, dan nog zegt de Schrift eenvoudig: stel oudere mannen aan, in alle gemeenten(20).

Oudere mannen, die men als wijzen beschouwden waar het verstandig van was om naar te luisteren.

Ze genoten de waardigheid van hun leeftijd en levenservaring. Een ander voorbeeld is: 1 Timotheüs 5:1 vertaald met: “Vaar niet uit tegen een oude man” en even verder in vers 17 “Geef oudsten die goede leiding geven dubbele eer”, in het Grieks staat op beide plaatsen exact het zelfde woord: presbuteroi!

Wat zegt Petrus

Ook 1Petrus 5:5 is erg duidelijk: jongeren, wees aan de oudsten onderdanig.

Als dat niet letterlijk de oudere mannen zijn, dan kan Petrus de overige gemeenteleden niet met jongeren aanduiden, terwijl hij dat wel doet. (De HSV heeft dan ook hier nu wel vertaald met ouderen, maar nog steeds het zelfde Griekse grondwoord presbuteros).

En Petrus begint dit hoofdstuk te zeggen dat hij als medeoudste (sum-presbuteros) de oudsten (presbuteroi) aanspoort niet te heersen maar de kudde te dienen.  In welke gemeente was Petrus oudste? In geen enkele! Wat hij hier zegt is dat hij als oudere man de oudere mannen aanspreekt.
Dat gaat dus niet over de functie van oudste van een oudstenraad, die ook door jongeren vervuld zouden kunnen worden.

Maar op dit punt raken we vaak aan persoonlijke overtuigingen en dan gaan we op zoek naar Bijbels bewijs voor onze eigen overtuiging.

In dit verband wordt dan verwezen naar Timotheüs en Titus: Die waren toch ook jong?

Zij waren echter nergens vaste voorgangers of oudsten.

Zij waren evangelisten die in pas gestichte gemeenten nog een en ander in orde moesten brengen en juist de opdracht kregen oudere mannen aan te (laten) stellen.

Samenvattend:                    Oudsten zijn oudere mannen in de gemeente.

Op de volgende pagina gaan we kijken naar de eisen die de Bijbel aan oudsten stelt.

Of eventueel terug naar het artikel over “de rol en positie van de vrouw in de gemeente”.


Noten

(20) Pak het probleem daar waar het ligt, namelijk de beschikbaarheid van de oudere mannen. En ga niet de bijbelse richtlijn aanpassen aan de omstandigheden. 

Algemeen gesproken zullen er twee redenen zijn waarom oudere  mannen niet beschikbaar zijn.

  1. De oudere mannen zien er van af als zij gevraagd worden.
  2. De zittende oudsten vinden de oudere mannen niet geschikt.

ad. 1 Hier geldt dat in principe de oudere man pas voor de vraag komt te staan als hij verkozen is en daarmee door de HG is aangewezen. Dus niet bij de mededeling dat hij op het tal wordt geplaatst. Tenzij er bij voorbaat al een evidente belemmering bekend is.

ad.2 De zittende oudsten dienen zich ernstig te realiseren dat de Heilige Geest en niet zij aanwijzen. Zij toetsen ‘slechts’ de Bijbelse criteria.

Plaats een reactie

Inhoudsopgave