Je bent hier: Home » de gemeente »

Inleiding
Een generaliserende beschouwing van wat wij van jaren leven in verschillende evangelische gemeenten, hebben meegemaakt m.b.t. gemeente en leiderschap.
Wat in het oog springt is dat als er problemen in een gemeente ontstonden die zich bijna altijd rond of door het leiderschap afspeelden.
Steeds bij het aantreden van nieuwe oudsten kwam er weer een nieuw inzicht waar een gedeelte van de gemeente zich aan onderwierp en aan gehoorzaamde in de veronderstelling dat de Bijbel dat van gemeenteleden vraagt.
Anderen die zich daar niet in kon vinden, vroegen zich af of oudsten Bijbels gezien wel zo’n vrijbrief hebben.
Kenmerkend was dat oudsten meenden bepalend leiderschap te hebben.
Uitspraken als “God geeft de visie voor de gemeente alleen aan de oudsten”, “Oudsten bepalen de richting van de gemeente”, “Oudsten nemen de beslissingen”, “Oudsten kiezen oudsten”, “De gemeente dient zich te onderwerpen aan het gezag van de oudsten” waren regelmatig te horen.
Deze opstelling van oudsten leverde op dat er veel verdeeldheid, onduidelijkheid en onrust in gemeenten was. Veel mensen verlieten gemeenten meer of minder ernstig beschadigd door deze houding van oudsten. Gemeenten vielen uit elkaar of hielden op te bestaan.
Een van de dingen die voortdurend fout ging, was dat oudsten niet gecontroleerd konden worden.
Oudsten waren bijvoorbeeld en oudstenraad en bestuur. Oudsten bleven op het pluche zitten totdat zij weggingen door onenigheid.
En door de autonome opstelling van oudsten naar de gemeenten hadden ook de gemeenten geen handvat om op de oudsten in te spreken en kon je als individu je of schikken of weggaan.
Er was daardoor geen legitieme toetsing van de handel en wandel van oudsten.
Oudsten bepaalden, zij ontwikkelden de visie, enz.
Gemeenteavonden hadden daardoor altijd een gespannen sfeer, omdat vragen daarnaar als ondermijnend werden ervaren en het niet erkennen van het gezag van oudsten.
Een sfeer van wij en zij, oudsten tegenover de gemeente.
Deze oligarchische structuur werd aangevoeld als niet Bijbels, maar de gemeente is ook geen democratie.
Er ontstond zo’n behoefte aan rust en niet weer met het aantreden van nieuwe oudsten nieuw beleid, van oudsten die oudsten uitzochten en alles voor de gemeente gingen bepalen, oudsten die de gemeente voorschreven wat er moest gebeuren, zonder de gemeente daarin te kennen, geen rekening houdend met wat er in de gemeente leefde en speelde.
Wat betekent het nu precies als je belijdt en gelooft dat de gemeente een Christocratie is; Christus in de meest praktische zin van het woord: Hoofd van de gemeente.
Dat was het algemeen verlangen, terug naar de basis, maar hoe ziet dat eruit?
Bepalend werd de vraag: WAT ZEGT DE BIJBEL!!??
Een grote moeilijkheidsfactor is dat wij allemaal zo onze eigen overtuigingen hebben van wat in de Bijbel staat m.b.t. een bepaald onderwerp.
Overtuigingen die in de loop der jaren zijn gegroeid of meegekregen.
Een oud gezegde is: elke ketter heeft zijn letter.
Daarmee wordt bedoeld dat wij bij onze eigen overtuiging altijd wel een Bijbeltekst vinden die dat ondersteunt of dat wij een tekst richting onze eigen overtuiging uitleggen.
Laten we ons dat goed bewust zijn en openstaan voor elkaars eerlijke poging tot een goed verstaan van de Bijbel.
In de volgende artikelen een weerslag van het onderzoek naar wat de Bijbel zegt over de inrichting van en leiderschap in de gemeente.
Het is een uitvoerige studie om daarmee aan te geven wat uiteindelijk het diepgewortelde gedachtegoed en de vurig verlangde signatuur van gemeente-zijn is, namelijk:
gemeente in de voetsporen van Jezus!
Opmerking:
Graag wil ik verwijzen naar het geweldige boek van prof. dr. Gilbert Bilezikian, “De kerk als gemeenschap”. ISBN 90-6067-902-4 Nugi 635. Uitgave: Gideon, Hoornaar, Nederland.
Op de volgende pagina’s komende volgende onderwerpen aan de orde:
- De menselijke maat
- De Bijbelse maat
- Organisatie vs organisch lichaam
zeer boeiend