1.3.6 Duisternis over de afgrond


Je bent hier: Home » De oorsprong » De oorsprong » 1.3 Begrensd door het onbegrensde » 1.3.6 Duisternis over de afgrond

 

En (WeCHÒSJEKH) duisternis, obscuriteit was op de oppervlakte van (TeHOM) een afgrond, een plaats van oproer en vernietiging. (Duisternis over de afgrond).

In het Nieuwe Testament beschrijft 2Pet.2:4  dezelfde situatie en koppelt dit aan de val van engelen.

In het Oude Testament staat duisternis voor het oordeel van God over de goddeloosheid en de plaats van goddeloosheid(12).

In het NT is duisternis een begrip dat tegenovergesteld is aan de aanwezigheid van God(13). Een plaats van haat, 1Joh.2:9-11, voor hen die zich tegenover God opstellen(14).

Afgrond is vaak de plaatsaanduiding voor de bewaarplaats van demonen(15).

Ook in openbaring 20:1-3 lezen we dat satan in de afgrond wordt geworpen en dat deze werd afgesloten. Duidelijk staat er dat daarmee de macht van satan wordt gebonden(15a).

Conclusie

Hiervan kan derhalve gezegd worden dat wanneer de duisternis over de afgrond ligt, dat het oordeel van God over satan ligt. Het oordeel dat hem houdt op zijn bestemde plaats. Satan kan niet ongebreideld door het universum gaan. Zijn plaats is op aarde die op dat moment in totale duisternis ligt. De aarde, het voorlopige domein van de slang.

Een of meerdere keren?

Er zijn veel Bijbelplaatsen(16) die spreken over het neergeworpen worden op de aarde van satan.

De vraag is of daar steeds over het zelfde moment wordt gesproken. In Genesis is duidelijk dat satan op aarde is geworpen. Tegelijk lezen we elders dat hij nog steeds in de hemel ons kon aanklagen. Tenslotte lezen we ook dat hij voorgoed uit de hemel is neergeworpen en niet meer in de hemel kan aanklagen. Blijkbaar zijn er verschillende momenten van neerwerpen op de aarde, (Ez.31;18; Luk.10:18; Op.12:9; Jes.14:15; Ps.89:45.  Job.1:6-2:7; Zach.3:1).

Op de volgende pagina gaan we in op wat het betekende dat de Geest boven het water zweefde.


 

 Noten:

(12) Jesaja 45:7, 47:5, Jeremia 23:12, Joel 2:2, Amos 5:18-20, Sef.1:15

(13) Hand.26:18a, Ef.5:11, 1Tes.5:5, 1Joh.1:5-6

(14) Mat.8:12, 22:13, Luk.22:53b, Judas 1:13

(15) Ez.31:15; Luk.8:31, Op.9:2, 11.

(15a) Dat kan niet dezelfde situatie zijn als in Genesis. Want dan zou de totale wereld geschiedenis met 1000 jaar worden vergeleken. Dat kan nog, maar in die 1000 jaar kan satan de volken niet misleiden. Dat is iets wat we nadrukkelijk wel zien gebeuren. In Genesis zien we daarom dat satan op aarde wordt gebonden en daardoor niet het totale universum in zijn val kan meenemen. In Openbaring zien we dat satan ten opzichte van de aarde wordt gebonden en op aarde niet kan misleiden. Dat mocht hij wel in Genesis, wat we dan ook zien gebeuren bij Eva.

De vraag rijst waarom God dat toeliet. Hier wordt op ingegaan onder het hoofdstuk “De grote keuze”.

(16) Wanneer we ontdekken dat profetieën altijd een meervoudige laag hebben, dan gaan we ook zien dat erg veel profetieën spreken over deze situatie van op aarde neergeworpen zijn van satan.

De eerste laag is de voor dat moment geldende boodschap die op dat moment of in de toekomst wordt vervuld, uitkomt.

De tweede laag is dat we in de beschrijving van de profetie ook ontdekken welke geest achter de situatie of persoon zit die aangesproken wordt. De geest die de persoon of situatie aanstuurde.

De derde laag is de vervulling in Christus.

Als we naar die tweede laag kijken in de profetieën, zien we erg veel uitspraken over satan en zijn trawanten. Zie bijv. Ez.31.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het modereren van reacties is ingeschakeld. Het kan even duren voordat je opmerking wordt weergegeven.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Een wandeling door mijn gedachten over Bijbelse thema's