1.6.9. Het verloren Paradijs

God helpt

Nadat God satan heeft vervloekt, Eva heeft bestraft en Adam op de gevolgen heeft gewezen, helpt Hij de mens in zijn onbeholpen staat waarin hij is terecht gekomen. Ze zijn het Paradijs verloren, maar ze zijn ook het verloren Paradijs.

-> kleding
  • God maakt voor Adam en Eva  kleren (katenot) (tuniek, onder-kleding, een lang shirt-achtige kledingstuk. Meestal van linnen) om de huid te bekleden, bedekken.
    Hier wordt vaak gelezen ‘kleren van huid’, maar dat is strijdig met de betekenis van het woord dat voor kleren wordt gebruikt.
    Een betere vertaling is dan ook ‘kleren voor de huid’.
    Deze vertaling snijdt de pas af van de veronderstelling dat God hier het eerste offer brengt. Alsof God hier een dier slacht om de mens verzoenend te beschermen tegen zijn toorn over de zonde.
    Tot aan de Sinaï is daar geen sprake van en offeren mensen vrijwillig als teken van hun dankbaarheid en liefde voor God. Om God iets terug te geven van de zegen die Hij hen geeft.
    Pas bij de wetgeving aan Mozes op de Sinaï stelt God de offerdienst in om verzoening te doen. Dat is ongeveer 2500 jaar later!
-> niet eeuwig zondig
  • God constateert dat de mens nu net als Hij kennis heeft van goed en kwaad.
    Wanneer de mens in die toestand van de boom des levens zou eten, zou hij zich voor eeuwig in het verderf storten.
    Hij zou eeuwig leven hebben, maar in deze zondige toestand. Daarom beschermt God ook hier de mens door Hem de toegang tot deze boom onmogelijk te maken.
    De consequentie is dat de mens wordt weggezonden uit het segment van licht en leven, dat bruggenhoofd van Gods Koninkrijk. Ze moeten de duisternis in van de wereld die onder de vloek van satan ligt.
    Het verloren Paradijs zal met de jaren volledig overwoekerd zijn door haar onder de vloek liggende omgeving.
-> God doet het zelf
  • Maar nog steeds ligt die opdracht er: bewerk de aardbodem waaruit je genomen bent. Als geestelijk mens de aarde onderwerpen en heersen over al het geschapene is er niet meer bij. Dat zou het zaad van de vrouw, God zelf als vleesgeworden mens gaan doen, beloofde God.
    Naast de opdracht tot bewerken, lag ook die belofte er dat God zelf zijn Koninkrijk op aarde zou vestigen. Als zaad van de vrouw! Zodat wij met Hem toch mogen heersen als koningen. Wat een genade, wat een liefde.
    Jezus zegt: wie blijft bij zijn eerste liefde voor Mij en die niet verzaakt, die zal Ik geven te eten van de boom des levens die in het Paradijs van God is. Dan is het verloren Paradijs een eeuwig Vaderhuis. Dan zijn we voor eeuwig verenigd met God. Wij zullen dan met Hem in de geest wandelen van levensboom tot levensboom van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Naar de volgende pagina waar we gaan zien hoe God teruggaat naar de oorsprong.


Kijk ook eens wat er op wikipedia staat over het verloren Paradijs

Plaats een reactie

Inhoudsopgave