3.4.4 Jezus de verheerlijkte Mensenzoon


Je bent hier: Home » De voleinding van deze wereld » 3.4 Jezus de Christus en Kurios » 3.4.4 Jezus de verheerlijkte Mensenzoon
Geen herkenning

Het begint al direct na de opstanding waar Maria Magdalena Jezus de verheerlijkte Mensenzoon, ontmoet. Maar Maria, en even later de elf discipelen, herkennen de Here Jezus niet.  De discipelen herkennen Hem zelfs niet na een paar keer. En steeds zegt Jezus dat ze niet bang moeten zijn. Na drie jaar met Hem optrekken is er nu iets aan Hem waardoor en ze Hem niet herkennen en  er iets van Hem uitgaat dat hen bevreesd maakt.

Ook de speciale vermelding dat Hij in hun midden verscheen terwijl de deuren gesloten waren, duidt erop dat dit voor zijn opstanding niet zijn bevoegdheid was.

Het is duidelijk dat Jezus na zijn opstanding veranderd is, zowel in zijn verschijning als zijn niet-meer-gebonden-zijn aan deze fysieke wereld.

Hij is niet meer onder de engelen gesteld. Hij is Overwinnaar en heeft alles volbracht waartoe Hij op aarde was gekomen. Hij is nu met eer en heerlijkheid gekroond, Hebr.2:9.

Hemelvaart

Na zijn hemelvaart komt de Zoon des Mensen thuis bij zijn Vader en wordt Hij bekleed met alle majesteit en heerlijkheid die Hij waardig is.

En zo ziet Johannes Hem wanneer hij in de geest op de dag des Heren is en direct op dat moment achter zich een stem als een bazuin hoort die zich bekend maakt als de eerste en de laatste, de Oorsprong en Voleinder, die Hem opdracht geeft alles wat hij gaat zien op te schrijven en aan de zeven gemeenten te sturen. Als hij dan achterom kijkt, ziet hij tussen of in het midden van zeven gouden kandelaren het volgende.

Zijn uiterlijk

Iemand die op een mensenzoon lijkt:

  1. Gekleed in een gewaad dat tot de voeten reikt. Hij is niet om de heupen omgord, Hij is klaar, hoeft niets meer te bereiken; Hij staat in volle autoriteit. Wat Hij moest doen is volledig volbracht.
  2. Op de borst omgord met een gouden gordel. Hij is om de borst omgord met priesterlijke waardigheid. De grote hogepriester.
  3. Zijn hoofd en zijn haren zijn wit net als witte wol, net als sneeuw. De opperrechter die het eindoordeel heeft. Tegen zijn uitspraak is geen beroep meer mogelijk Hij is het eind van alle tegenspraak.
  4. Zijn ogen lijken een vuurvlam. Alles ziet Hij, alles doorziet Hij, alles ziet Hij in.
  5. Zijn voeten waren als blinkend koper, gloeiend gemaakt in een oven. Waar Hij zijn voeten plaatst vestigt Hij zijn  Koninkrijk en loutert Hij elke ongerechtigheid.
  6. Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren. Er is geen andere stem meer te horen. Elke tegenspraak overstemt Hij.
  7. In zijn rechterhand hield Hij zeven sterren. Hij is het Hoofd van de gemeente en niets en niemand anders. En niets en niemand kan ze uit Zijn hand rukken.
  8. Uit Zijn mond kwam een tweesnijdend zwaard. Hij spreekt recht en in gerechtigheid, de absolute waarheid die alles blootlegt en vaneen scheidt been en merg enz.
  9. Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht. De grote heiligheid waar een zondig mens niet voor kan bestaan. Denk aan Mozes.

Johannes valt als dood voor zijn voeten !!!

Voor deze autoriteit kan geen mens bestaan.

Jezus legt daarop zijn rechterhand met de sterren op hem en zegt: wees niet bang, Ik ben de eerste en de laatste en de Levende. Ik ben dood geweest en zie Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen.

Jezus geeft Johannes leven.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het modereren van reacties is ingeschakeld. Het kan even duren voordat je opmerking wordt weergegeven.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Een wandeling door mijn gedachten over Bijbelse thema's