Je bent hier: Home » De voleinding van deze wereld »

Johannes komt in vervoering van de geest en hoort achter zich een luide stem als van een bazuin,1:10.
Als hij dan achterom kijkt, om te kijken van wie de stem is die hij hoort, ziet hij als eerste niet de verheerlijkte Christus van wie de stem is, maar als eerste ziet hij de gemeenten. Zelfs in zijn verheerlijkte toestand laat Christus Johannes eerst Zijn gemeente zien. Het gaat Jezus om Zijn gemeente, Zijn Lichaam. Ook dat is cruciaal om te onthouden voor een goed verstaan van dit boek. Zelfs de totale geschiedenis van het OT was daar dienstbaar aan. Zie Hebr.11:39-40. Namelijk dat Christus zich uit het totale menselijk geslacht zich zijn gemeente tot volmaaktheid laat komen.
En temidden van de gemeente ziet hij de Zoon des mensen. Het is Jezus tussen de gemeenten. Hier staat wat Jezus de discipelen had beloofd: Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld (Mat.28:20), tot en met de grote oordeelsdag, de dag des Heren. Een belofte die de discipelen in geloof mochten aanvaarden.
Het buitengewoon krachtige hier nu is dat Johannes niet profeteert en wij dat in geloof zouden mogen aannemen als een geweldige belofte, maar dat hij terugkijkt naar de werkelijkheid van de geschiedenis van de gemeente en ziet dat Jezus de hele geschiedenis altijd in het midden van zijn gemeente is geweest. Het is voor ons een vervulde realiteit!