Elke zichzelf respecterende grote stad heeft wel een attractiepark. Londen, Parijs, Moskou het Gorkipark. Wij hebben de Efteling. Zo is er ook De nieuwe attractie van Jeruzalem. Het is niet zo in het nieuws geweest. Maar er is een website waarop dat wel uitgebreid staat: www.WvG.il/. Hij was ruim van tevoren aangekondigd. Jaren was eraan gewerkt. Er was veel over gesproken. De een geloofde het niet zo en anderen waren enthousiast en nieuwsgierig.
De dag van de opening was niet precies bekend, maar erg veel mensen waren op weg gegaan, uit allerhande plaatsen, want je kon uit allerlei berichten wel opmaken dat het niet al te lang meer zou duren. En als je te laat kwam, kon je er niet meer in.
Sommigen hadden zich goed voorbereid en wisten precis waar ze naar toegingen.
Anderen hadden wel iets gehoord, wisten echter niet precies waar de klepel van de klok hing, maar dachten: Het kan geen kwaad om te gaan kijken. Is het niks dan is het niks, maar voor de zekerheid toch maar gaan.
Veel mensen hadden een navigatie in de auto. Sommigen volgden precies de aanwijzingen op. Anderen weken toch regelmatig af van de aanwijzingen.
Weer anderen gingen met de trein en maakten zich nergens zorgen over en waren totaal niet bezig met de route. Sommigen moesten regelmatig overstappen. Anderen liepen vertragingen op. Er was een speciaal ingezette trein die tot aan de Jeruzalem ging, maar die liep over een smalspoor. En veel mensen hadden daar geen zin in omdat ze dachten dat het in die trein minder gezellig was en minder snel zou gaan. Ze noemden het schamper het Jeruzalemmer boemeltje. Daardoor misten ze wel de geweldig mooie route door natuurlijk landschap en de saamhorigheid in het treintje.
In de auto’s speelden zich allerlei taferelen af.
Bij de een vertelden pa en ma de hele weg over de attractie, zodat de kinderen zich een voorstelling konden maken. Bij anderen wisten de kinderen niet eens waar ze naar toe gingen.
Bij anderen zaten pa en ma voortdurend te kibbelen. Als ze de weg kwijt waren verweet ma pa dat hij de weg niet wilde vragen, en pa vond dat ma er niet zo lang over door moest zeuren.
Anderen hadden de kinderen een video gegeven en die vermaakten zich wel.
Soms zat er maar één persoon in een heel grote auto, dan weer een heel groot gezin in een relatief klein autootje.
Anderen hadden een groepsreis met de bus. In die bussen was het meestal niet echt rustig. Allemaal verschillende mensen die het nooit helemaal eens waren. Maar er waren ook wel momenten dat ze met hun allen geweldige liederen zongen. Soms stond er iemand op die zei: ik weet de weg, luister maar naar mij. Dat is beter dan op de navigatie rijden. Dan brak er weer ruzie uit in zo’n bus.
Als er benzine getankt moest worden dan ging de pet rond in de bus zodat iedereen meebetaalde. Sommigen deden veel in de pet anderen weinig. Sommigen hadden gewoon weinig om te geven, anderen heel veel om te geven, maar het bijzondere was dat degene die naar wat ze hadden relatief gesproken veel gaven die bleken bij een volgende keer nog steeds zoveel te kunnen geven en degenen die relatief weinig gaven die konden bij een volgende keer steeds minder geven. Die laatsten wilden onderweg ook vaak stoppen om dingen voor zichzelf te kopen en vergaten zelfs soms dat ze onderweg waren naar de attractie.
Soms werden er zelfs hele groepen uit een bus gezet en die moesten dan maar zien hoe ze aan nieuw vervoer kwamen. Sommigen verlieten zelf het gezelschap en hadden er geen zin meer in en keerden terug naar huis of bleven onderweg ergens bij hangen. In de trant van: die attractie kan nog zo mooi zijn, ik heb er geen zin meer in met zulke reisgenoten. Ik geloof het wel.
Soms was er onderweg een wegopbreking en moest er omgereden worden. Soms kwamen ze een ongeluk tegen, anderen raakten betrokken bij een ongeval.
Sommigen twijfelden aan de attractie en trokken voortdurend in twijfel of het wel de moeite waard was. Eerst zien dan geloven.
Anderen zaten de hele weg te zingen en hadden geen oog voor wat om hen heen gebeurde, sommigen letten niet eens goed op de weg en zaten met hun hoofd al helemaal in de attractie hemelse sferen.
Anderen zeiden als je je heel goed concentreert, ben je nu al in die hemelse sferen en kun je rustig het stuur loslaten.
Sommigen hadden commentaar op anderen: dan zagen ze een auto en zeiden: in zo’n auto kom je er nooit. Anderen waren nog extremer en zeiden alleen met een auto van een bepaald merk kom je er en de meest extremen vonden zelfs alleen bepaalde types van een bepaald merk goed genoeg.
Weer anderen dachten dat jezelf ook wel een eigen bestemming kon invoeren in de navigatie. Weer anderen wensten geen navigatie en zwoeren bij zelf kaart lezen. Er waren er die zeiden dat ze helemaal niks nodig hadden en zelf de weg zo wel wisten.
Ook waren er die zeiden dat het helemaal niks uitmaakte welke weg je nam, want alle wegen kwamen toch op hetzelfde neer of kwamen in ieder geval op het zelfde punt uit.
Sommigen die bij een ongeluk betrokken waren, werden soms met een traumahelikopter afgevoerd en per direct naar Jeruzalem gebracht. De achterblijvers hadden dan gemengde gevoelens: aan de ene kant waren ze verdrietig over het ongeluk en het gemis, maar aan de andere kant waren ze dan ook wel jaloers dat diegene er al lekker was.
Er waren ook nog al wat zelf gemaakte vehikels (soms heel grote, een soort van bussen) waar eerst weinig mensen inzaten maar die door allerlei dorpen en gehuchten reden en daar mensen oppikten die zelf geen vervoer hadden of nog niet van de attractie hadden gehoord. Die bussen werden steeds voller. Daar was nog iets heel bijzonders mee: want hoewel ze eigenlijk met grote omwegen reden en voortdurend stopten, kwamen ze toch sneller vooruit dan veel anderen die in hun eentje over de brede snelweg reden. En zo kwam het dat velen die als eersten waren vertrokken als laatsten aankwamen.
Nu was er ruim voor de opening een voorlichtingsbulletin uitgegeven en daar stond precies in hoe je er kon komen, met welk vervoermiddel, wat je onderweg nodig had, wat je onderweg wel en vooral niet moest doen, wat de opzet van de attractie was, wie de ontwerper was. Er waren ook mensen geweest die het bulletin gingen uitdelen en uitleggen aan andere mensen. Een aantal hadden dat goed gelezen en hadden het ook meegenomen. Anderen hadden het wel goed gelezen, maar verder thuis gelaten. Weer anderen hadden het heel globaal gelezen en vonden dat je het niet helemaal serieus moest nemen wat erin stond. Vaak was het zo dat degenen die er het minste kennis van hadden genomen er het grootste commentaar op hadden.
Sommige dingen die erin stonden waren ook moeilijk om te begrijpen, maar er waren mensen die zeiden: als we er zijn en het zien dan zullen we het pas helemaal begrijpen. Het moet wel een verrassing blijven. Anderen waren ervan overtuigd dat ze nu al precies wisten wat het betekende.
Wat er ook in stond was dat wanneer een echtpaar een meningsverschil had, niemand gelijk had, maar dat ze de ontwerper moesten bellen en ze dan een nieuwe route moesten vragen. Dat bellen was heel eenvoudig. Het was een draadloze verbinding, je kon gewoon gaan praten. Je wist alleen niet wanneer er geantwoord werd. Je moest dus heel goed zijn stem gaan herkennen om te horen of je antwoord kreeg.
Nu stond er ook in (sommige vonden dat het de kleine lettertjes waren, anderen vonden het koeienletters, ook zo raar), maar goed, er stond in dat je regelmatig olie moest verversen. Sommigen deden dat ook trouw, maar anderen niet, die zeiden dat moderne auto’s dat niet meer nodig hadden, dat was alleen nodig in de begin tijd van de auto. En die verversten dus niet. Ze dachten dat ze goed vooruit kwamen, maar wat ze niet zagen was dat achter hen een enorme rook uit hun auto kwam en sommige kwamen zelfs met motorpech te staan. En als ze dan het voorlichtingsbulletin lazen, begrepen ze die niet.
Ook stond er in dat voordat je op reis ging, je eerst jezelf moest douchen, een bad nemen en daarna feestkleren moest aantrekken. Je mocht je dus niet door een ander laten badderen. Maar sommigen vonden dat overdreven en hadden zich aan de wastafel met twee vingers in ogen gewassen of zeiden dat ze als kind al door hun ouders waren gewassen.
Wat ook heel bijzonder was, was dat in het begin (nog ver verwijderd van Jeruzalem) het nog niet zo druk was op de weg. Maar er gebeurden wel veel ongelukken en men reed elkaar soms gewoon van de weg af. Maar naarmate je dichter bij de bestemming kwam, werd het steeds drukker op de weg en waren er veel minder ongelukken en gunde men elkaar veel meer. Op den duur werd het zelfs één grote optocht met een drom aan mensen die veel plezier met elkaar hadden. En vlak voor de ingang was het een geweldige mensen menigte die netjes in een rij stond te wachten totdat de deur openging. En ze zongen massaal: we zijn er bijna, maar nog niet helemaal.
Er werd nog wel veel over gesproken, verwachtingsvol: hoe zou het eruit zien, zou het wel waar zijn, zou het een grote reclamestunt zijn geweest. Zijn we allemaal gefopt. Maar anderen waren er echt van overtuigd dat het waar was, omdat ze onderweg al regelmatig telefonisch contact hadden gehad met de ontwerper. Dat was slim geweest, want soms wist je onderweg toch niet precies hoe het verder moest en in het voorlichtingsbulletin had gestaan hoe je dan de ontwerper kon bereiken en dat hij te allen tijde bereid was om adviezen te geven en aan te geven hoe je moest rijden. Hij gaf soms antwoorden die mensen niet begrepen en dan vroegen ze aan een ander of die het begreep. Vaak ontstonden er dan weer meningsverschillen. Of antwoorden waar mensen niets mee konden. Er waren er die vertelden dat ze voor een rivier hadden gestaan en dat er geen brug was. Ze hadden toen de ontwerper gebeld en die had gezegd dat ze gewoon door moesten rijden. Erg veel mensen hadden dat niet gedurfd en waren gaan omrijden, sommigen hadden het wel gedaan en toen bleek dat je inderdaad door die rivier heen kon rijden. Anderen hadden enorme bergen op de weg gehad. In het voorlichtingsbulletin had gestaan dat als je dan doorreed zo’n berg vanzelf opzij ging, en dat het zelfs mogelijk was dat heel zo’n berg in de zee stortte. Dat hadden niet veel mensen kunnen geloven en hadden het maar niet uitgeprobeerd bang dat ze zich te pletter zouden rijden tegen die berg. Maar anderen zeiden dat ze het echt hadden meegemaakt. Eigenlijk kwam het er op neer dat je echt alles kon geloven wat in het bulletin stond en wat de ontwerper onderweg tegen je zei.
Doordat heel erg veel mensen zich niet precies hadden gehouden aan de aanwijzingen, ( nou was dat ook bijna niet te doen, iedereen was wel een keer de fout ingegaan en hadden zichzelf, maar vaak juist ook anderen, beschadigd), waren veel mensen gewond geraakt. Er waren onderweg soms onverlichte tunnels geweest en dan moest je echt blind varen op de navigatie. Iedereen was daar wel eens tegen een tunnelwand gereden.
Je kon het aan de mensen zien waar ze gewond waren geraakt. Nu stond daarover in het voorlichtingsbulletin dat als je onderweg gewond was geraakt dat onderweg al zou genezen als je de ontwerper daarover zou inlichten en dat het helemaal zou genezen eenmaal in de attractie. En daar was iedereen wel benieuwd naar en hoopten daar erg op. Het moest toch wel een heel bijzondere attractie zijn.
En toen, toen ging de toegangspoort open en iedereen wilde naar binnen stormen, maar . . . .
Er werd om een toegangsbewijs gevraagd en de poort was zo klein, het leek wel het oog van een naald. Je moest echt alles wat je had afleggen anders paste je er niet door.
En het ging er behoorlijk hard aan toe. Degenen die geen feestkleren aanhadden werden al direct toegestuurd en kregen het verwijt hoe ze zonder feestkleren hadden durven komen. Sommigen hadden zakken vol met dingen die ze zelf gemaakt hadden en dachten dat ze daar mee naar binnen konden, maar die kregen te horen dat het waardeloos spul was, dat het roest en mot was.
Anderen zeiden dat ze onderweg met de ontwerper hadden gesproken, dat hij ze wel kende. Dan werd er geïnformeerd, maar ook zij werden geweigerd en kregen toegevoegd dat ze weg moesten omdat ze alleen maar hun eigen zin hadden gedaan.
Weer anderen hadden een totaal verkeerd vervoermiddel, dat paste niet in de attractie, die mochten ook niet naar binnen.
Nee, zonder toegangsbewijs kwam je er niet in.
Maar er werden er ook veel toegelaten. Die hadden blijkbaar het juiste toegangsbewijs. Alhoewel, als je goed keek, hadden ze geen kaartje en hoefden ze niets te laten zien, maar zeiden ze iets. Het was een codezin. Degenen die de codezin niet kenden, die konden het niet horen wat ze zeiden, maar degenen die hem kenden die hoorden hem luid en duidelijk het was een soort van juichkreet. En dan ging de poort wagen weid open. Die codezin was zo krachtig dat niemand dan de poort nog dicht kon houden. En ze werden ontvangen door de ontwerper zelf en die beantwoordde dan de codezin met een andere zin. Hij leidde hen rond, legde alles uit. Vertelde ook waarom ze op hun tocht al die dingen hadden meegemaakt. Dat was namelijk noodzakelijke ervaring geweest voor in de attractie. Dat was zo gek, al die wonden; ze genazen, deden geen pijn meer, maar je bleef ze wel zien, ze werden schitterend mooi, en . . . door die wonden pasten de mensen precies op hun plaats. Alsof ze er voor waren gemaakt. En dat was ook zo.
Het was een fantastische attractie: je hoefde namelijk niet uren in een rij te wachten voordat je aan de beurt was. Er was voor iedereen een speciale plaats. Je hoefde ook niet je best te doen om een plaatsje uit te zoeken want jouw naam stond op de plaats die voor jou bestemd was. Ook daar hoefde je niet naar te zoeken, want je herkende op de een of andere manier gelijk je plaats. En anderen konden ook zien dat het jouw plaats was, want bij binnenkomst waren direct drie bij jou horende namen op je voorhoofd geschreven. De naam van de ontwerper, de naam van de attractie en een speciale naam van de zoon van de ontwerper voor jou. Daarmee bleek dat je bij hem hoorde en van hem was, dat je toegang tot de attractie had en wie jij zelf was en daarmee wat jou plaats in de attractie was.
En weet je wat nou het aller, aller bijzonderst was: pas toen iedereen zijn plaatsje had ingenomen, toen zag je pas hoe de attractie eruit zag.
Dit verhaal eindigt niet met: En ze leefden nog lang en gelukkig, maar met: en ze leefden eeuwig en volmaakt.
Nou zijn jullie misschien nieuwsgierig naar hoe die attractie eruit zag:
Het was een wijngaard met een grote schragen tafel. En om die tafel stonden allemaal tronen, voor iedereen stond er een troon klaar die alleen bij hem of haar paste. En op die tafel stonden allemaal bekers met bloed. En op het moment dat ze die bekers ophieven om te drinken veranderde het bloed in wijn.
Ze moesten denken aan het moment dat iemand ooit eens had gezegd: Drinkt er allemaal uit. Dit is mijn bloed, waarmee het nieuwe verbond wordt bezegeld. Het zal vloeien om vergeving van zonden te bewerken. Let op mijn woorden. Ik zal geen wijn meer drinken tot de dag dat Ik met jullie nieuwe wijn zal drinken in het Koninkrijk van mijn Vader.
Ze moesten ook denken aan die keer dat Hij water in wijn had veranderd. Dat was het begin. Nu begrepen ze.
Jullie willen misschien ook wel weten wat die codezinnen waren:
De mensen zeiden: Jezus is de opgestane Christus, Zoon van de levende God, Heiland der wereld, mijn Verlosser.
De Ontwerper antwoordde dan met: Bruid van mij, wat heb ik naar je uitgekeken, gezegend kind van Mij, gaat binnen in mijn koninkrijk.
Weet je: we zijn op weg. En alles staat in het teken van de aankomst. Dat geweldige weerzien.
Vanaf het begin van de schepping hangt die roep boven de mensheid: Adam, waar ben je, Ik mis je zo.
Het blijft een prachtig verhaal om te lezen .
Bedankt voor het plaatsen.
nice!!
ademloos gelezen.
Ja, er zitten flink wat diepere lagen in . . . . .
AMEN!
🙂