2.4.5.3. Bediening

Bediening versus gave
Een bediening en een gave zijn niet hetzelfde. Toch zie je regelmatig dat men de drie verschillende vormen van geestelijke gaven door elkaar haalt.
Je kunt de gave van profetie hebben, maar nog geen profeet zijn, Hand.19:6.  Iemand is een profeet, altijd, (dat is een bediening),  maar iemand die geen profeet is, kan wel soms een profetie ontvangen (dat is een gave). Vaak zie je dat iemand die profeet is, rondtrekt  van gemeente naar gemeente. Iemand die de gave van profetie heeft, hoort bij en verblijft in een gemeente.1

Bediening

In 1 Korinthe 12:28 staat: God heeft sommige aangesteld als:

  1. ten eerste apostelen, 
  2. ten tweede profeten, 
  3. ten derde leraren.

Efeze 4 :11 vult deze drie nog aan met:

  1. herder
  2. evangelist

Verder kwamen we bij de behandeling van de liefdesgaven in Romeinen 12 nog tegen:

  1. vertrooster en aanmoediger,
  2. gever en uitdeler,
  3. vooropgaander in zorg en beschermen,
  4. barmhartige, ontfermer.

Veelal spreekt men van de vijfvoudige bediening op basis van Efeze 4. Naast het feit dat ook Romeinen 12 nog extra bedieningen noemt is ook hier de vraag evenals bij de liefdesgaven of dit limitatieve opsommingen zijn.

Talent versus gave

Om dit nader te beschouwen dient in de eerste plaats een onderscheid gemaakt te worden met persoonlijke aanleg of bijzondere talenten. Een geestelijke gave is niet iets dat je  met je geboorte meekrijgt van je ouders zoals een talent. Vakmanschap en muzikaliteit kan iedereen als aanleg meekrijgen. Dat is dus niet direct een geestelijke gave die alleen gelovigen kunnen ontvangen. Er zijn geweldige niet-gelovige vaklui en muzikanten.

In de tweede plaats beperkt een geestelijke gave zich tot de vier eerder genoemde criteria. Het zal tot eer van God zijn, het Lichaam van Christus opbouwen, het persoonlijk geloof versterken en tot heil van de naaste zijn. Dat kan wel met een aangeboren talent, maar hoeft niet. Het kan echter wel zijn dat de Heilige Geest een talent gebruikt  en verbindt aan een geestelijke gave.

Neem bijvoorbeeld het vakmanschap van Besaleël die God riep om de tabernakel te bouwen, Ex.31:3. Besaleël was een vakman. Zeer waarschijnlijk als zodanig reeds in Egypte opgeleid en gewerkt. Maar God geeft hem daarbovenop Zijn Geest van wijsheid, inzicht en kennis om de tabernakel precies volgens het model van God te bouwen.

Het andere voorbeeld is muzikaliteit. Neem bijvoorbeeld Asaf. Door David aangesteld als zanger en cimbaalspeler en later ook als hoofd van de zangers. Er zijn prachtige psalmen van hem bewaard gebleven. De Bijbel noemt hem echter ziener of wel profeet.

Dus in beide gevallen is niet het vakmanschap of de muzikaliteit de geestelijke gave, maar de bijzondere wijsheid en het profeetschap.

Conclusies

Mijn conclusie is dan ook dat bijzondere talenten geen geestelijke gaven zijn. Maar God kan daar wel gebruik van maken en een geestelijke gave van profetie, wijsheid kennis, enzovoort daarbij geven, waardoor die persoon het talent op een geestelijke wijze gebruikt.

Verder is mijn conclusie dat we voorzichtig moeten zijn om alles maar een bediening te noemen. Uitdrukkingen als: er is bediening of iemand staat in de bediening, dienen gedefinieerd te worden. Waar is dan sprake van, van welke in de Bijbel genoemde bediening.


Charisma

De wereld gebruikt ook het woord charisma. Iemand is bijvoorbeeld een charismatisch ofwel een begenadigd spreker of leider. Er wordt dan bedoeld dat iemand een buitengewoon talent daarin heeft en er iets van hem uitgaat en een sterke persoonlijke aantrekkingskracht uitoefent op andere mensen, die wordt ervaren als een bepaalde uitstraling. Charismatische persoonlijkheden kunnen volksmassa’s in beweging brengen, ten goede of ten kwade. Toch zal niemand zeggen dat het een gave van de Heilige Geest is.

Maar in de toepassing heeft de wereld het wel goed begrepen. Als iemand vanuit zijn geestelijke gave spreekt, dan zal daar zeker gezag van uitgaan. Daaraan kan de gemeente ook herkennen of de Heilige Geest spreekt.

Daar schuilt echter ook een enorm gevaar. Er zijn gelovige sprekers met een enorm ‘charisma’. En iedereen loopt er achteraan.  !!! Maar vergeet nooit de toetsing of het in overeenstemming is met het Woord van God en bevestiging heeft bij anderen !!!

Het is dus niet zoals een piloot of chauffeur het instrumentenpaneel bedient. Die drukt op een knop en er volgt een bij die knop horende beweging of actie. De bedienaar bepaalt.

In de gemeente is het juist andersom: de bedienaar dient! De gemeente die door hem of haar wordt bediend, onderzoekt of het woorden van God zijn. Zo ja, dan dient ook de beweging of actie te volgen in en door de gemeente.2

!!! Verwaarloos niet het profetisch woord !!!

Naar de volgende pagina waar we gaan kijken naar de  wonderwerkende krachten als uiting van de Geest.


Noten:
  1. In de Didache, het oudste  geschrift van de vroeg christelijke gemeente dat bewaard is gebleven, worden regels gegeven hoe men met profeten moet omgaan.
    Rondreizende profeten moeten door de plaatselijke gemeente gastvrij ontvangen worden, maar mogen niet langer dan twee dagen blijven. Zij mogen  vrij in de eredienst spreken.
    Zij moeten wel onderzocht worden.  Interessant is te lezen   hoe men ware van valse profeten kan onderscheiden.
    Het criterium voor toetsing vormt niet datgene wat hij zegt, maar of zijn levenswijze in overeenstemming is met dat wat hij zegt. De Didache verwoordt het kernachtig: “Iedere profeet die de waarheid leert, maar niet in praktijk brengt is een valse profeet”!
    Een ware profeet is hij die de levenswijze van de Heer volgt. Van dag tot dag leeft, geen geld of eten vraagt, maar in zijn eigen onderhoud voorziet. En als hij geen vak beheerst, dient de gemeente zelf te kijken welke ondersteuning zij geeft, want het is beter geld aan de armen te geven. ↩︎
  2. Daarom is het ook zo erg als oudsten beslissingen voor de gemeente nemen zonder dit proces van zoeken via bedieningen in de gemeente naar de stem van God en de toetsing door de gemeente. En natuurlijk zullen oudsten een bediening hebben. Zij dienen de gave van wijsheid en de bediening van leraar te hebben. Maar niet vanuit een ivoren toren dingen over de gemeente uitrollen. Het is een gemeenschap, een Lichaam waar geen enkel orgaan los van de andere organen moet gaan functioneren.
    Laten oudsten nooit als piloot of chauffeur de knoppen bedienen waarna er automatisch een beweging of actie van de gemeente zou moeten volgen. Dat is de dood in de pot van een levende mondige gemeente die door moet groeien naar de volwassenheid in Christus. 
    Er zijn oudsten die zichzelf als de leiding van de gemeente zien, lifetime vaders en de gemeente blijvend als de kinderen zien. Dat is de gemeente klein houden en zou betekenen dat een gemeente dus nooit groeit in volwassenheid. ↩︎

Plaats een reactie