6.38 Maar dan Jezus

Maar dan Jezus? Bemoeide Jezus zich met het ‘hoe’ van zijn Vader?

Hebreeën 10 :5-7 zegt van het verschijnen van Jezus op aarde dat Hij was gekomen om de wil van God te doen.

Doop

Direct bij het eerste openbare optreden van Jezus zien  we dat. Wanneer Johannes de Doper tegen Hem zegt dat hij het nodig heeft dat Jezus hem doopt, reageert Jezus met: Laat Mij begaan, want zo betaamt het Mij alle gerechtigheid te vervullen, Mat.3:15.

Verzoeking

En dan legt satan Hem een andere mogelijkheid voor: een knieval voor hem en hem aanbidden dan zijn alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid voor jou. Dan hoeft het niet op de gruwelijke manier van je Vader. Maar Jezus gruwt juist van het idee naast zijn Vader ooit iemand anders te aanbidden. Los nog van het feit dat Hij alleen van Zijn Vader hield. Gewoon omdat zijn Vader had gezegd alleen Hem te dienen en geen andere goden; gehoorzaamheid.

Totale gehoorzaamheid

Deze houding kenmerkt het totale optreden van Jezus. Geen vragen over de wijze waarop, maar gewoon doen zoals de Vader het heeft ingesteld.

Pas in de hof van Getsemane, wanneer Jezus dodelijk bedroefd en zeer angstig is voor dat wat Hem te wachten staat, vraagt Hij aan zijn Vader of het niet anders kan.  Moet het echt zo? Dat is de vraag naar het ‘hoe’. Maar in één adem zegt Hij daarbij, maar niet zoals Ik wil, maar zoals U het wilt.  En daarmee besluit Jezus toch het ‘hoe’ aan zijn Vader over te laten en volledig te aanvaarden. Ondanks zijn angst voor hoe de wil van de Vader uitgevoerd gaat worden. De weg te gaan op de manier zoals zijn Vader die wilde.

Daarmee heeft Hij zich volledig onderworpen aan zijn Vader en daarmee volledige gehoorzaamheid laten zien en daarmee het Koninkrijk van zijn Vader gevestigd. Daarom heeft Hij alle heerlijkheid  en eer van zijn Vader gekregen. Zie ook het artikel: Het Koninkrijk hersteld door gehoorzaamheid.

Het Koninkrijk vestigen

Als wij eenvoudig God volgen en ons niet met het ‘hoe’ bemoeien, als wij  de weg aanvaarden die Hij met ons gaat of die Hij ons wijst, hoe moeilijk dat soms ook is, dan vestigen wij het Koninkrijk van God. Een Koninkrijk van werkelijke vrede en zal de Vader ons eren.

Dan komen we uit op de plaats waar wij tot onze volledige bestemming komen.  Zoals God eens Adam in het Paradijs zijn rust liet vinden, Gen.2:8.

Tenslotte wijzelf. Naar de pagina: En nu wij.

Plaats een reactie

Inhoudsopgave