Tag archieven: De blijde boodschap

5.2.3 De werkplaats van de Heilige Geest

De werkplaats van de Heilige Geest
De werkplaats van de Heilige Geest

De gemeente als smidse; de werkplaats van de Heilige Geest.

 

 

Zodra we één bepaalde visie van enkele personen op de gemeente leggen, beperken we de werking van de Heilige Geest door ALLE gemeenteleden.

Je zag dat in de eerste christengemeenten:

  • de apostelen de leiding van de Heilige Geest zochten in en via de gemeente.
  • altijd en over alle onderwerpen transparantie en open communicatie was binnen het totaal van de gemeenten.
  • de apostelen of oudsten geen beslissingen namen zonder de gemeenten daarbij in te schakelen.
  • de aanstelling van oudsten op voordracht van de gemeenteleden gebeurde en door middel van handopsteking van de gemeenteleden zij gekozen werden, een stemming dus.
  • iedereen in elke functie controleerbaar en aanspreekbaar was. De apostelen legden in de gemeente verantwoording af. Paulus deed dat. Petrus deed dat.
  • niemand het alleen recht had voor beslissingen, geen apostel, geen evangelist, geen oudste, geen profeet of leraar of herder, geen voorzitter of coördinator, alles gebeurde in en vanuit een teamverband in het midden van de gemeente.
  • over issues met de gemeente werd vergaderd en vervolgens goede afspraken werden gemaakt.

Je ziet zo de diepe betekenis van het volharden bij de gemeenschap die zo in de eerste gemeenten werd gepraktiseerd. Een levend organisme dat als geheel de leiding van haar Hoofd Jezus zocht.

 

4. Wat is het doel van die werkplaats?

We zien dat het gaat om dat iedere individuele gelovige komt tot discipelschap.

Discipelschap met als grote opdracht, Hand.1:8, GETUIGEN! Daarvoor zijn we  Geroepen, Bekleed met macht en  Uitgezonden.           Ofwel: Jezus Volgen, Hem  Dienen en van Hem  GETUIGEN

Alle ambten, gaven en bedieningen zijn daaraan ondersteunend:

toerusten tot getuigen.

In heel Handelingen zien we de volgende volgorde: wonderen en tekenen, gevolgd door prediking, waarop  bekering volgt, maar dan komt er steeds vervolging. Juist door de vervolging ontstond de verstrooiing en daardoor het getuigen tot de einde der aarde.

Waarom is dit belangrijk op te merken?

Vanuit elk perspectief zie je dat het erom gaat dat de gemeente getuige is van Jezus Christus.

Wanneer wij geen getuige zijn, gebruikt God zelfs vervolging om ons onder de mensen te verspreiden en daardoor zijn evangelie te verspreiden.

Vandaar: elkaar toerusten tot getuigen!

 

Naar de volgende pagina waar we naar de ambten gaan kijken.

3.5 Het 1000-jarig rijk


Je bent hier: Home » De blijde boodschap
Het 1000-jarig rijk
Het 1000-jarig rijk

Wat is er veel over het 1000-jarig rijk gezegd en wat is er een verschil van uitleg. Wat zegt de Bijbel wel duidelijk?

Hoe lang is het 1000-jarig rijk?

Echt 1000 jaar of een erg lange periode. Ook hier gaan we weer kijken hoe de Bijbel elders het getal 1000 gebruikt. De Bijbel   gebruikt het getal letterlijk als het gaat om aantallen. Dus bijvoorbeeld: “Oversten over 1000”.

Maar bij een tijdsaanduiding wordt het figuurlijk gebruikt om een zeer lange tijd aan te duiden. Zie  de Psalmen 84:11; 90:4; 105:8.  Ook in Deuteronomium 7:9 en 1Kron.16:15 gaat het om een tijdsaanduiding wanneer daar over duizend geslachten wordt gesproken omdat het de trouw van God aanduidt.(1) 

Ook hier in Openbaring gaat het om een tijdaanduiding en niet om aantallen. En derhalve om een niet-specifieke erg lange periode.

Waar is het 1000-jarig rijk??

Er wordt over 1000 jaar gesproken waarin satan gebonden is. Verder dat de zielen van de om Christus wil gestorven mensen weer levend zijn en met Christus heersen die duizend jaar, Openbaring 20:4. Dat levend worden voor die duizend jaar is de eerste opstanding, Openbaring 20:5-6. Let dus op: het gaat alleen over gelovigen die gestorven zijn en in dat rijk weer levend worden. Er wordt dus niet gesproken over gelovigen die op dat moment op aarde leven!

De Bijbel zegt niet letterlijk dat er een rijk is, maar er wordt als koningen geregeerd met Christus die 1000 jaar.

De overige doden zullen dood blijven die 1000 jaar, Openbaring 20:5. Als de 1000 jaar voorbij zijn, zullen zij ook weer levend worden. Zij hebben dus geen deel aan de eerste opstanding, Openbaring 20:5 + 12-15.

Als je deel had aan de eerste opstanding zal de tweede dood geen macht over je hebben, Openbaring 20:6(2).

Al deze gegevens en uitspraken kunnen niet op aarde. Er wordt hier ook niet over een wederkomst van Jezus op aarde gesproken. Het is  een hemels perspectief waar Jezus is. Dat is dus niet hier op aarde!!!!

Gestorven of dood?

Als je als gelovige in Christus sterft, wordt je levend in die duizend jaar. Als je als niet gelovige sterft, ga je dood en blijf je dat die duizend jaar.

Die duizend jaar waarin de satan volledig gebonden is, is dus niet “het 1000-jarig rijk” op aarde maar in het hemels perspectief. En dat is natuurlijk ook vanzelfsprekend, want je kunt moeilijk zeggen dat satan hier en nu op aarde volledig gebonden is.

Aan het eind van die duizend jaar komt het grote oordeel, want satan wordt losgelaten om in een directe confrontatie voor eeuwig in de poel van vuur geworpen te worden. Dat gebeurt ook met de doden, dat zijn dus de niet gelovigen, Openbaring 20:1-15.

Die duizend jaar beschrijven dus de toestand waarin een gelovige na zijn sterven is tot aan de jongste dag.

 

Opstanding of wedergeboorte?

Maar . . . . zal de postmillennianist zeggen:

Je zou ook kunnen zeggen, dat iemand die tot geloof komt, zich bekeert, opnieuw van bovenaf geboren wordt en daarmee opstaat uit de dood. En dat de eerste opstanding kunnen noemen.  Dit met een beroep op Efeze 2:4-6 en Kolossenzen 2:11-13 en 1 Johannes 3:14. Daar staat dat wij door Christus zijn levend gemaakt nadat wij dood waren door onze overtredingen. Nu met Hem zijn opgewekt en een plaats in de hemelse gewesten hebben gekregen.

In dat geval is die duizend jaar nog steeds vanaf “het is volbracht” tot aan de jongste dag, maar dan, en dat is het verschil, betreft het het leven hier op aarde. Want Christus is overwinnaar en Koning ook op aarde.

Dan moet alles wat over sterven, dood en opstaan staat, figuurlijk / geestelijk opgevat worden. Probleem hierbij is dat de Bijbel niet een keer ‘opstaan’ of ‘opstanding’ in die zin gebruikt, maar altijd als een letterlijk opstaan uit de dood.

 


Noot:

(1) Als 1000 hier wel letterlijk zou worden opgevat dan kunnen we nog wel even wachten op de wederkomst. Als we een geslacht op 25 jaar stellen, dat erg kort is, dan zou het dus al minsten over 25.000 jaar gaan. Het is evident dat het het ook hier niet letterlijk opgevat moet worden, maar de oneindige trouw van God aanduidt.

 

(2) Er is dus een 1e opstanding en een 2e opstanding. Daarnaast een 1e dood en een 2e dood.

Zij die in Christus ontslapen, hebben bij hun sterven direct hun 1e opstanding (en zijn derhalve “van stonden aan bij Christus”). Wanneer Christus verschijnt om te oordelen, hebben zij een 2e opstanding met een nieuw lichaam.

Zij die niet in Christus zijn, gaan bij hun sterven dood. Dat is hun 1e dood. Dan, wanneer Christus verschijnt om te oordelen, zullen zij weer levend worden om de 2e dood te ondergaan.


EXTRA

Er staat dat iedereen die niet in het boek van het leven stond in de poel van vuur werd gegooid, Op.20:15.

Oppervlakkig gelezen, wekt dat de suggestie dat God uitverkorenen heeft die altijd al in dat boek stonden. Je moet dan maar afwachten of je in dat boek staat.

Maar dat is in flagrante tegenstrijd met wat de Bijbel elders leert.

“God heeft de wereld zo lief dat iedereen die in Christus gelooft,  niet verloren gaat, maar  eeuwig leven heeft.” “God wil niet dat ook maar iemand verloren gaat.” “Voor de grondlegging der wereld zijn we in Hem uitverkoren. Waartoe? Opdat we heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in liefde. Daarvoor zijn we uitgekozen. Dat is dus een bestemming hier op aarde. En wat stond van voor de grondlegging vast? Dat dat alleen zo is als we in Hem zijn!!! “In Hem hebben wij verlossing.” “Hij heeft ons voorbestemd om als kinderen te worden aangenomen, door Jezus Christus.”

tijdsdenken

Het probleem in ons denken dat zich hier voordoet, is dat we met ons van de tijd afhankelijk denken proberen te verklaren hoe het zit met God die eeuwig is.

Dat God van eeuwigheid dingen weet, betekent totaal niet dat God in tijd gerekend al voor de schepping de dingen vast had liggen.

God is eeuwig. Dat is niet vroeger of later, maar een er-zijn. God beschrijft in zijn eeuwig-zijn de toestand van de tijd, op aarde. Dat is niet vooruit weten. Dat is weten-in-het-nu-(zijn). Heel de aardse tijdsgeschiedenis is voor God het nu.

Om het maar heel gebrekkig te zeggen. Het eeuwig-zijn van God is NIET voor, of na de tijd. Gods eeuwig-zijn is een zijn om de tijd. God is nu toch ook eeuwig?

Als we over Gods raadsbesluiten nadenken, moeten we eerst ons tijds-denken volledig uitschakelen. Dat kunnen we niet, maar toch!

5.0.1 Het doel en de missie van de gemeente


Je bent hier: Home » De blijde boodschap

 

1) Het doel van de gemeente is:

  1. (extern in de zichtbare wereld) . . . dat wij zo ons licht voor de mensen laten schijnen opdat zij onze goede werken zien en daardoor onze hemelse Vader gaan verheerlijken (Mattheüs 5:13-16);
  2. (extern in de onzichtbare wereld) . . . de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen opdat aan de geestelijke heersers en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid van God bekend gemaakt wordt (Efeze 3:10);
  3. (intern in de zichtbare wereld) . . . elkaar toe te rusten tot het elkaar dienen, tot opbouw van het Lichaam, opdat de leden één zullen zijn in het geloof en het kennen van Jezus (Efeze 4:11-16);
  4. (intern in de onzichtbare wereld) . . . dat ieder lid heengroeit naar de volwassenheid en volmaaktheid in Christus (Kolossenzen1:28; Ef.4:13).

In de praktijk zien we dat we onze handen hieraan vol hebben. De ene gemeente vindt het lastig om concreet naar buiten te gaan. Een ander gemeente lukt het maar niet om ongeveinsd liefdevol met elkaar om te gaan.

Maar laten we er op letten dat alle aspecten van deze doelen maar om een ding gaan: de verheerlijking van de volmaakt heilige God.


 

2) De missie van de gemeente

Een missie bestaat uit twee delen: een opdracht en een boodschap.

  1. De belangrijkste opdracht van Jezus aan de gemeente, Zijn Lichaam, is elkaar lief te hebben, omdat de mensen daaraan kunnen zien dat wij discipelen van Hem zijn (Joh.13:34-35; 15:12-17). En niet zoals je jezelf lief hebt, maar zoals Jezus ons liefheeft. Er is geen grotere liefde!
  2. De tweede opdracht is andere mensen van die liefde van God te vertellen en hen alles te leren wat zij van Jezus heeft geleerd. En wanneer iemand kiest voor Jezus hem of haar te dopen als teken van het discipelschap van Jezus (Mattheüs 28:19).

Waarom in die volgorde? Omdat wanneer er in de gemeente onderlinge liefde is daar al een geweldige boodschap vanuit gaat. Het eerste, die onderlinge liefde, is voorwaardelijk voor het tweede, mensen vertellen van de liefde van God.

Deze liefde van God voor de wereld is tevens haar boodschap voor de wereld: Jezus is niet naar de wereld gekomen om haar te veroordelen, maar om haar te redden (Johannes 12:47); God heeft mensen namelijk zo lief dat Hij zijn Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig met Hem leeft (Johannes 3: 16-17);

 


De blijde boodschap

Het kruis is door de eeuwen heen uitgegroeid tot een belangrijk uiterlijk symbool van het christendom. En niet zonder reden. Het kruis symboliseert wat het Jezus gekost heeft om ons te redden. Daarom zegt Paulus in Galaten6:14: “Maar ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Here Jezus Christus.”

Hoewel niet als algemeen symbool uitgegroeid, is het geopende graf toch het meest wezenlijke van het geloof. Paulus zegt daarvan: “Als Christus niet was opgestaan, dan is ons geloof volkomen zinloos . . . . . Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.” 

Zo zal de blijde boodschap van de gemeente zijn: Door Christus is, in een weg van lijden en sterven EN opstaan, het Koninkrijk van Zijn Vader herstelt!

Een ieder die dat gelooft en Jezus daarmee aanvaardt als de Christus (de Messias), zijn persoonlijke Redder, heeft eeuwig leven en mag deel uit maken van dat Koninkrijk.


Geen visie?

Jazeker! Maar die is per gemeente anders, omdat deze alleen valt af te leiden uit de gaven van de Geest die Christus aan elk gemeentelid geeft. Die gaven, die dromen die in ieders hart liggen, die bepalen wat de visie van Christus met die specifieke gemeente is.

Het geheel is meer dan de som der delen. En zeker meer dan de visie van een enkele persoon of aantal personen voor de gehele gemeente. Waarom zou God al die gaven aan al die gemeenteleden geven? Misschien om Zijn veelkleurige wijsheid te laten zien? Contrair aan het rijk der duisternis waar enkelingen heersen en domineren, slaven maken.


Naar de volgende pagina waar we naar de fundamenten van de gemeente gaan kijken.

De Bijbelboeken van het Nieuwe Testament


Je bent hier: Home » De blijde boodschap

 

Korte toelichtende samenvattingen


Evangeliën

de bijbelboeken van het nieuwe testamentDe Bijbelboeken van het Nieuwe Testament beginnen met de vier evangelisten. Zij beschrijven ieder vanuit een eigen invalshoek het leven van Jezus hier op aarde. Van zijn geboorte, zijn optreden, lijden, sterven en opstaan tot aan Zijn hemelvaart. Het zijn geen volledige en objectieve biografieën, omdat zij met een bepaald eigen doel hun evangelie schreven. De een vermeld een bepaalde gebeurtenis wel en een ander weer niet en soms worden gebeurtenissen in een andere volgorde vermeld.


1. Mattheüs

Hij behoorde niet tot de 12 discipelen. Hij was tollenaar maar werd volgeling van Jezus nadat deze hem vroeg Hem te volgen.

Hij legt in zijn evangelie de klemtoon op:

  • – het feit dat in Jezus alle Messiaanse profetieën zijn vervuld,
  • – dat Jezus het komende Koninkrijk en de grote Zoon van David is, de grote Koning.

Een zeer bekende tekst is 11:28-29:

“Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.

Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart;

En u zult rust vinden voor uw ziel;

Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.”


2. Marcus

Hij behoorde niet tot de 12 discipelen, maar was wel een volgeling van Jezus en waarschijnlijk de jongen die naakt wegvluchtte bij de gevangenneming van Jezus. Veel van zijn evangelie tekende hij op uit de toespraken van Petrus.

Legt de klemtoon op:

  • – de snelheid waarmee het Koninkrijk door Jezus met daadkracht baanbreekt. In vergelijking met de andere evangeliën verhaalt hij meer daden dan wat Jezus zei.
  • – dat Jezus is gekomen om te dienen, als Talja’, knecht, lammetje.

Een zeer bekende tekst is 10:45:

“Want de Zoon van de Mensen is niet gekomen om gediend te worden,

maar om te dienen, en Zijn leven te geven als losprijs voor velen.”


3. Lucas
Geschreven door Lukas aan Teofilus.
Lukas  behoorde niet tot de 12 discipelen, maar was een tot het christendom bekeerde heiden. Hij was arts en naaste medewerker van Paulus.
Teofilus wordt door Lukas aangesproken met hoogedele. Hij zal een hooggeplaatst persoon zijn geweest die tot bekering was gekomen en zich nauwkeurig op hoogte wilde laten stellen door Lukas van de geschiedenis van Jezus.

 

Lukas legt in zijn evangeliede klemtoon op:

  • de diepe menselijkheid van Jezus, te zien in veel verhalen die vaak  alleen Lucas vermeldt,
  • de enorme bewogenheid van Jezus voor verloren, afgewezen, onder druk gezette, kapotgaande mensen.

Zeer bekende teksten zijn 5:31-32 en 19:10:

“Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn.

Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.”

“Want de Zoon van de mensen is gekomen om wat vernietigd en verloren is te zoeken en te redden.”


4. Johannes

Hij behoorde tot de 12 discipelen en samen met Andreas de eerste discipel die Jezus volgde.   Hij was een volle neef van Jezus en zeer geliefd door Jezus. Samen met Petrus en Jakobus was hij de eerste onder zijn gelijken. Op hoge leeftijd ontving hij op Patmos de openbaring van Jezus Christus.

Legt de klemtoon op:

  • – Jezus als het vleesgeworden Woord van God.
  • – Jezus als de Christus, de Zoon van God.
  • – Dat wij door te geloven leven hebben in Hem!

Misschien wel de meest bekende tekst uit de Bijbel staat in 3:16:

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”

En dan volgen nog twee verzen, minder bekend, maar net zo belangrijk en troostvol:

“Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.”

En:

“Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld.”

Sleutelwoorden bij Johannes zijn: waarheid, liefhebben, geloven.


 

Handelingen van de apostelen

5. Handelingen

Het is een vervolg op het evangelie van Lukas. Hierin beschrijft Lukas hoe het evangelie zich in de wereld verbreidde. Daarbij is het volgende patroon te zien:

wonder-prediking-bekering-vervolging-uitbreiding

Na de beschrijving van de uitstorting van de Heilige Geest, staat het optreden van de apostelen in Jeruzalem centraal, waarbij Petrus de hoofdpersoon is. Petrus die gaandeweg ook buiten Jeruzalem optreedt.

Geschetst wordt hoe door de uitstorting van de Heilige Geest mensen totaal veranderen.  De uitstorting zelf was al zeer duidelijk: er was een geweldige windvlaag, je zag vuurtongen aan de discipelen en iedereen kon hen in zijn eigen taal verstaan.

Maar het had ook  grote invloed op het leven van de gemeente. Zij bleven volharden bij het onderwijs van de apostelen, om een hechte gemeenschap te zijn en naar elkaar om te zien, door steeds het avondmaal te vieren, en voortdurend met elkaar te bidden. Op een gegeven moment werd tijdens zo’n gebed zelfs de grond bewogen zo krachtig was de aanwezigheid van de Heilige Geest.

Daarna wordt verteld van de bekering van Saulus die in eerste instantie de gemeente vervolgde om vervolgens de grote zendeling te worden. Drie zendingsreizen van deze Saulus, nu Paulus geheten, worden beschreven; hoe hij overal nieuwe gemeenten stichtte. In Turkije, Griekenland en uiteindelijk in Rome.


 

 

Brieven van Paulus

Paulus was een groot Joodse schriftgeleerde en overtuigd vervolger van christenen. Door een rechtstreekse openbaring van Jezus aan hem komt hij tot bekering en wordt apostel van de heidenen. Vandaar de zendingsreizen die hij heeft gemaakt. Naar een aantal van de door hem ontstane gemeenten heeft hij brieven geschreven die nu deel uitmaken van het Nieuwe Testament.

Deze brieven zijn genoemd naar de gemeente of de persoon aan wie geschreven is.

6. Romeinen

Hierin geeft Paulus een uitvoerige uitleg van geloofskwesties:

  • Geen mens kan uit zichzelf voldoen aan de maatstaf van God,
  • Daarom kan God de mens veroordelen, maar Hij wil hem behouden,
  • Door het geloof in Jezus Christus komt de mens met God in het reine,
  • Door de Geest van God wordt de mens bevrijd uit de macht van de zonde,
  • De bedoeling van de wet en de kracht van de Geest,
  • Welke plaats joden en heidenen hebben in het plan van God met de mensheid,
  • Hoe leef je als christen als antwoord op wat Jezus voor je gedaan heeft.

Zeer bekend is de uitspraak in 1:17: “De rechtvaardige zal door het geloof leven.”


7. 1 Korinthe

Paulus gaat in op allerlei kwesties die in deze gemeente speelden:

  • de onderlinge verdeeldheid, maar dat we een dienen te zijn in Christus,
  • ondanks de  vele gaven is dat geen reden tot hoogmoed,
  • ontucht in de gemeente dient aangepakt te worden,
  • liever onrecht lijden, dan je recht bij een ongelovige rechter halen,
  • richtlijnen voor het huwelijk,
  • rekening houden met het geweten van de ander, en doe alles tot eer van God,
  • richtlijnen voor het vieren van heilig avondmaal,
  • uitleg m.b.t. de geestelijke gaven en hoe daarmee om te gaan in de samenkomst,
  • samenvatting van de opstanding van Christus en die van ons.

Zeer bekend is hoofdstuk 13 waarin de weg van de liefde wordt behandeld.


8. 2 Korinthe

Dit is een brief waarin Paulus grotendeels zijn optreden verdedigd, omdat hij daarop is aangevallen door sommigen in deze gemeente. Maar door alles blijkt zijn liefde voor hen.

Bekend is 5:14-21 waar wordt gesmeekt je met God te verzoenen.


9. Galaten

In deze brief verzet Paulus zich fel tegen joods-christelijke predikers die zeiden dat pas door de besnijdenis en naleving van de wet van Mozes de mens deel kan krijgen aan het heil. Die opvatting tast het hart van het evangelie aan, namelijk dat nu het heil komt door het geloof in Christus en er in Hem juist vrijheid is.

Zeer bekend is het hoofdstuk 5 waarin de vrucht van de Geest wordt behandeld.


10. Efeze

In deze brief gaat Paulus in op de eenheid in verscheidenheid in de gemeente en het nieuwe leven van een christen.

Zeer bekend is het hoofdstuk 6 waarin de geestelijke wapenrusting wordt behandeld.


11. Filippenzen

De toon van deze brief is hartelijk en ongedwongen. Er staan prachtige teksten in.

Vooral hoofdstuk 2 is bekend vanwege de oproep de ander uitnemender te achten dan zichzelf en dat uitmondt in een lofzang over de gezindheid van Christus.


12. Kolossenzen

Paulus wijst in deze brief met name op aanwijsbare bedreigingen.

In hoofdstuk 1 schetst hij prachtig de plaats en positie die Christus van God heeft gekregen, zowel als belangrijkste van de hele schepping als wel als Hoofd van de gemeente.


13. 1 Thessalonicenzen

Hier legt Paulus een en ander uit over de terugkomst van Christus.


14. 2 Thessalonicenzen

De eerste brief heeft blijkbaar nog steeds de verwarring over de wederkomst van Christus niet kunnen wegnemen. Daarom wordt in deze brief daar nogmaals op ingegaan.


15. 1 Timotheüs

Paulus vraagt de jonge Timotheüs nog wat langer in de gemeente te Efeze te blijven om nog een en ander recht te zetten.

Hij geeft richtlijnen hoe om te gaan met:

  • valse en ware leer, dwaalleraars,
  • dank en het gebed,
  • de aanstelling van oudsten, opzieners en diakenen
  • de taak van Timotheüs,
  • ouderen, jongeren, weduwen en slaven,
  • rijkdom.

Omdat Paulus deze brief aan Timotheüs schrijft specifiek voor de situatie in Efeze kunnen niet alle aanwijzingen zonder meer buiten deze context generiek genomen worden.


16. 2 Timotheüs

Deze brief is wat persoonlijker aan Timotheüs gericht. Maar ook de waarschuwing tegen dwaalleraars en misleiders ontbreekt niet.


17. Titus

Zoals Timotheüs in Efeze nog een en ander in orde moet maken, zo helpt Titus op Kreta bij de verdere opbouw van de gemeente. Dus ook hier richtlijnen voor:

  • de aanstellingen van oudsten,
  • het omgaan met ouderen, jongeren, slaven.

Ook voor deze brief geldt voorzichtigheid de aanwijzingen generiek te nemen. Zowel in Efeze als op Kreta was het nodige aan de hand waardoor Paulus de teugels wat strak aantrekt. Maar ook om daarmee zowel de jonge Timotheüs als Titus autoriteit van optreden mee te geven.


18. Filemon

Dit is de meest persoonlijke brief van Paulus, met grote fijngevoeligheid geschreven. Paulus vraagt aan Filemon de bij hem weggelopen slaaf Onesimus weer in dienst te nemen. Onesimus is tot bekering gekomen en Paulus vraagt Filemon hem als een broer in het geloof te verwelkomen.


 

Brief aan de Hebreeërs

19. Hebreeën

Deze brief richt zich tegen Joodse christenen die het gevaar lopen door vervolging en valse prediking het nieuwe geloof in Christus of zelfs in God op te geven.

De schrijver hamert erop dat het Nieuwe Verbond zoveel beter is dan het Oude Verbond dat God met Israël had gesloten, omdat Christus ver boven de profeten, priesters en engelen van het Oude Verbond verheven is.

Wel roept hij op om een voorbeeld te nemen aan de vele geloofsgetuigen uit het Oude Verbond.

Zeer bekend is dan ook hoofdstuk 11 waar deze grote “wolk” van getuigen met hun geloofsdaden opgesomd wordt.

Dit hoofdstuk begint met de prachtige woorden: “Het geloof nu is de zekerheid van de dingen die je hoopt, en het bewijs van de dingen die je niet ziet.”

Het is de krachtigste samenvatting van wat geloven is, namelijk: een zeker weten en een vast vertrouwen dat alles wat God zegt en belooft in Zijn Woord betrouwbaar en waar is.


 

Algemene rondzendbrieven

20. Jakobus

Zeer waarschijnlijk een broer van de Here Jezus, die pas later Jezus erkende als Zoon van God en in de eerste gemeente een belangrijke plaats innam.

Het is een verzameling van spreuken, goede raadgevingen, en terechtwijzingen.

Wat uit zijn brief vooral naar voren komt is dat een geloof zonder daden een dood geloof is.


21. 1 Petrus

Petrus was een van de eerste discipelen van Jezus die door zijn extraverte karakter en radicaliteit nogal eens in de problemen kwam. Een ongepolijste diamant die eenmaal gepolijst door Jezus een rots wordt genoemd. Op de onomwonden geloofsbelijdenis van Petrus verklaart Jezus Zijn gemeente te bouwen.

Petrus steekt de gelovigen die in moeilijke omstandigheden zijn een hart onder de riem.

Petrus roept ons hier op om ons als levende stenen te laten gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis. Van dit huis is Jezus de kostbare hoeksteen.


22. 2 Petrus

Hier roept Petrus de gelovigen op vast te houden aan geloof en niet te twijfelen aan de terugkomst van Jezus. Het feit dat het lang lijkt te duren komt niet omdat God treuzelt, maar omdat Hij geduld heeft met de mensen die nog niet geloven.


23. 1 Johannes

Johannes gaat in tegen mensen die denken dat als je kind van God bent je geen zonde meer kent. Ook geeft hij aan dat als je elkaar niet liefhebt, je daarmee ook God niet liefhebt. Aan de liefde naar elkaar kan iemands geloof getoetst worden. Bekend is zijn tekst dat God liefde is en dat die liefde angst uitdrijft.


24. 2 Johannes

Is een korte samenvatting van de eerste brief.


25. 3 Johannes

Johannes schrijft over een conflict met Diotrefes en roept de hulp in van Gajus.


26. Judas

Deze Judas zal een broer van de Here Jezus zijn geweest.

Het is een strijdbrief omdat het overgeleverde geloof gevaar loopt. Mensen lijken de vrijheid die zij Christus hebben te misbruiken.


 

Het apocalyptische of eschatologische geschrift

27. Openbaring aan Johannes

Dit boek is voor de meeste mensen een moeilijk boek. Er wordt veel symboliek in gebruikt en tegelijk gaat het ook over reële dingen.

Wat belangrijk is, is dat in alles Jezus als Overwinnaar zichtbaar is en dat Hij de mensen die in geloof Hem hebben aanvaard, behoedt tegen de vreselijke oordelen die over de wereld komen.

Het boek begint met een aantal aansporingen en bemoedigingen voor de gemeente.

Met een aantal verschillende perspectieven wordt vervolgens de wereldgeschiedenis geschetst.

Het eindigt met het tonen van het nieuwe Jeruzalem dat neerdaalt op de nieuwe aarde en er vanaf dat moment geen zonde, ziekte of dood, geen nacht, niets onreins of vervloekts meer is. Maar ook geen zee, tempel, zon en maan meer, omdat God zelf dan onze tempel is en Zijn heerlijk zelf ons verlicht.

Uit de troon van God stroomt een rivier van levend water helder als kristal. En midden in de stad staan aan weerszijden van de rivier en midden op haar straat, staan de bomen van het leven waardoor wij als koningen eeuwig zullen leven.

Ten slotte belooft Jezus spoedig te komen.


 

Zie voor een nadere uitleg van de vier evangeliën de artikelen onder het kopje  “onderweg“.

Zie voor een nadere uitleg van het boek Openbaring aan Johannes de artikelen onder het kopje “De voleinding.”

Het Nieuwe Testament


Je bent hier: Home » De blijde boodschap

 

Het Nieuwe Testament
Het Nieuwe Testament

Het tweede gedeelte van de Bijbel wordt het Nieuwe Testament, of ook wel het Nieuwe Verbond genoemd.

 

 

  • Het begint met vier zogenoemde evangeliën, namelijk Mattheus, Marcus, Lukas en Johannes. Evangelie betekent letterlijk “goed bericht”, vaak vertaald met “blijde boodschap”.
  • Lukas gaat na deze evangeliën verder met een verslag over wat de apostelen deden (Handelingen der apostelen). Het begint met dat Jezus voor de ogen van Zijn discipelen opvaart naar de hemel en teruggaat naar zijn Vader. Verder beschrijft dit boek hoe het evangelie zich over de wereld verspreidde.
  • Daarna komen er brieven van Paulus die hij aan door hem gestichte gemeenten en aan een enkele persoon stuurde om hen te helpen en allerlei geloofszaken nader uit te leggen.
  • Dan een paar briefjes van Jakobus, Petrus, Johannes en Judas.
  • Ten slotte de Openbaring aan Johannes. Dat beschrijft (onthult) grotendeels het einde van de tijd. Daarom wordt dit Apocalyps of Eschatologie genoemd.

 


 

Verschil

Het verschil tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament is met name het feit dat God in het Oude Testament een verbond had gesloten met één volk, namelijk Israël. Met als doel dat de geslachtslijn beschermd werd waaruit Jezus, de Messias geboren zou worden. Zelfs het teken van dat verbond had daar mee te maken, namelijk de besnijdenis(1).

Nu deze Messias is verschenen, is het heil dat Hij brengt, bestemd voor alle volken en sluit God Zijn verbond met iedereen die Hem aanvaardt als schepper en Zijn Zoon Jezus Christus als Redder. Met als doel mensen een nieuw leven te geven. Het teken van dit verbond heeft daar weer mee te maken, namelijk een nieuwe Geest ontvangen, de Geest van God.

God roept al deze gelovigen bij elkaar en noemt hen ekklesia, letterlijk “de bijeen geroepenen”, of “de uit weggeroepenen”. Het woord ‘kerk’ is daarvan afgeleid.

Gemeente

In het Nieuwe Testament is dit woord ekklesia vertaald met ‘gemeente’.

Ook noemt Jezus de gemeente “Zijn Lichaam”.

De gemeente is dus “het Lichaam van Christus.”

Het woord ‘gemeente’ staat weer in nauw verband met ‘gemeenschap’. Een groep mensen die iets gemeenschappelijks hebben en veel gemeenschappelijk doen. Die verantwoordelijkheid naar elkaar nemen, omzien naar elkaar.

En zo wordt de gemeente ook genoemd: “de gemeenschap van de heiligen.” Hierbij duidt heiligen niet op heilige boontjes (want dat zijn ze ook helemaal niet), maar op het apart gezet zijn. Een bijzonder kenmerk hebben, namelijk het gemeenschappelijk geloof in God als Schepper en Jezus als Redder. Dat verbindt hen.


 

Met betrekking tot deze structuur van een gemeente, zie verder de artikelen die gaan over de gemeente.


 

Naar de volgende pagina’s waar de Bijbelboeken op een rijtje worden gezet en kort toegelicht.

 


Noot:

(1) Er zijn ook andere volken en religies die de besnijdenis kennen. Dat komt omdat zij dan op een of andere manier van Abraham afstammen.  Abraham was de eerste persoon waar God een verbond mee sloot en als teken daarvan de besnijdenis gaf. Abraham had meerdere zonen, maar alleen met Izaak ging God verder om een volk  te vormen dat de Messias zou voortbrengen. Die andere zonen en zelfs de knechten werden echter wel besneden. En zo ging dat verder. Ook Izaak had twee zonen waarbij God met Jakob verder ging en Hem Israël noemde waarvan dus de Israëlieten afstammen. Zo zijn er dus vele volken naast Israël ontstaan waar ook de besnijdenis werd toegepast. Maar alleen voor Israël was het het teken van het verbond met God.

Het Oude Testament


Je bent hier: Home » De blijde boodschap

 


 

Het Oude Testament
Het Oude Testament

Het eerste gedeelte van de Bijbel wordt ook wel genoemd “Het Oude Testament”,  de “Joodse of Hebreeuwse Bijbel”, of “Het Oude Verbond”. Die laatste naam is ontleend aan 2Korinthe 3:14.

 

Thora

Dat begint met de vijf boeken die door Mozes zijn geschreven, de Pentateuch. De Joden noemen die de Thora, ofwel leer of onderwijzing, vaak als “de wet” aangeduid.

Daarin staan allerlei wetten en voorschriften. Geen droge opsomming, maar leefregels ter bevrijding die een goede omgang met God mogelijk maken.

Profeten

Dan krijg je de vroege en late profeten. De joden noemen die de Nebiim. Daarin wordt uitgelegd hoe de leefregels en wetten van de Thora in het dagelijkse leven worden toegepast.

Geschriften

Ten slotte krijg je de geschriften, door de Joden de Chetoebim genoemd. Het is een verzameling van poëzie en verhalen.

Als je de beginletters neemt krijg je TeNaCH. En zo noemen de Joden dan ook het Oude Testament.

De TeNaCH zoals de Joden deze gebruiken, en het Oude Testament zoals christenen deze gebruiken, lijken veel op elkaar. Met dit verschil dat de volgorde van de boeken verschillend is en de indeling van sommige boeken iets anders. De tekst is identiek.


 

Schepping

Het Oude Testament begint met het beschrijven van de schepping van de hemel en de aarde door God en eindigt met de situatie van het volk Israël in pakweg 300 voor Christus.

Nadat God alles volmaakt en goed geschapen had, gaat het volledig mis door een daad van ongehoorzaamheid van Adam en Eva. De aarde is daardoor vervloekt en de mens ten dode opgeschreven.

Messias

God belooft echter de aarde en de mens hieruit te redden. Daarvoor zal Zijn Zoon die Hij daarvoor aanwijst (Gezalfde = Messias) naar de aarde komen als mens (Zoon des Mensen). Om als mens naar de aarde te komen, kiest God het volk Israël  uit om uit geboren te worden.

Wanneer deze Messias deze reddingsactie volbrengt, zal Hij de Koning zijn. Maar niet op onze manier koning, maar op Gods manier. Dat is niet door geweld of wapens, maar door de liefde en dienaarschap, in de Geest van God.

Israël

Het Oude Testament gaat voornamelijk over alles rondom dit volk en de voortdurende belofte van de komst van deze Messias.

Tussen de geschiedenisverhalen in staan:

  • boeken met uitleg over hoe God wilde dat Israël zijn samenleving organiseerde (geen uitbuiting, geen misbruik van vrouwen, bescherming van vreemdelingen, regels voor de godsdienst, regels voor de positie van de koning en nog veel meer);
  • boeken vol liederen, gedichten en wijsheidsliteratuur (Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied);
  • en ook profetische boeken.

Veel profetieën gaan over een koning die zal komen, de gezalfde van God (Messias), die ook zelf God zal zijn, en die alles weer goed zal maken tussen God en zijn volk.

Tegelijk kreeg vooral de profeet Jesaja ook inzicht van God over een ‘Knecht’ die komen zou, en die veel lijden zou moeten ondergaan om Israël te verlossen.

De grote verrassing voor de Joden in de dagen van Jezus was dat Jezus duidelijk maakte dat beide profetieën op Hém sloegen: Hij was zowel de beloofde Messias, de Koning, als ook de lijdende Knecht. Ze begrepen niet dat de beloofde Koning door een weg van lijden Zijn Koninkrijk zou vestigen. Zij dachten aan een aards Koninkrijk waarin het volk Israël weer volledig door Hem bevrijd zou worden.

Maar Zijn koningschap zou bestaan uit dienstbaarheid, nederigheid en zorgzaamheid. Daar begrepen echter zelfs zijn meest directe volgelingen niets van. Die dachten en hoopten dat hij hen met macht en geweld zou bevrijden van de Romeinse overheersing.

 

Naar de volgende pagina waar (de boeken van) het Nieuwe Testament uitlegt.

 


*** Bovenstaande tekst is grotendeels van Rien van den Berg.

 

 

Kennismaking met de Bijbel


Je bent hier: Home » De blijde boodschap
Kennismaking met de Bijbel
Kennismaking met de Bijbel

Een eerste kennismaking met de Bijbel. Wie kent dat boek niet. En toch blijkt het nodig: een kennismaking met de Bijbel.

De Bijbel

Het woord “Bijbel is afgeleid van het Griekse woord ‘Biblia’ dat “boeken” betekent.

De Bijbel lijkt één groot dik boek, maar het is in feite een grote verzameling geschiedenissen, verhalen, liederen en brieven, opgeschreven in allerlei verschillende boeken

Deze Bijbelboeken zijn op zeer verschillende tijden en plaatsen in de loop van verschillende eeuwen, door totaal verschillende schrijvers geschreven. De schrijvers waren boeren en prinsen, herders en koningen, vissers en wetgeleerden.

Dat betekent dat elk Bijbelboek een verschillende stijl heeft.

Toch zijn al die boeken bij elkaar gekomen en gebleven, omdat al die boeken zijn geschreven onder leiding van de Geest van God.

Het woord ‘Bijbel’ duidt dan ook de eenheid van die boeken aan.

De Bijbel wordt ook wel “de Heilige Schrift” genoemd.


 

Twee delen

Deze verzameling van boeken, die we dus bij elkaar de Bijbel noemen, bestaat uit twee delen.

Een gedeelte dat geschreven is vòòr de geboorte van de Here Jezus. Dat noemen we het Oude Testament (39 boeken).

En een gedeelte dat geschreven is na Zijn geboorte, het Nieuwe Testament (27 boeken).

De Joden erkennen wel dat Jezus geboren is, maar erkennen niet dat Hij de in het eerste gedeelte beloofde Verlosser is. Daarom erkennen zij dan ook niet dat tweede gedeelte van de Bijbel.

Christenen geloven wel dat Jezus die beloofde Messias is en erkennen dan ook alles wat na zijn geboorte over Hem geschreven is in het tweede gedeelte.


Het Woord van God

De Bijbel wordt erkend als het Woord van God zelf. Als je de Bijbel leest, ontdek je wat God tegen je zeggen wil.

De Bijbelboeken zijn in de loop van vele eeuwen steeds overgeschreven. Daardoor staan er soms wel kleine verschrijvingen in de tekst. Maar veel minder dan je zou verwachten: de Bijbel is kennelijk altijd met het grootste respect en met indrukwekkende zorgvuldigheid behandeld door de overschrijvers. Ze hebben de boeken overgeschreven in het besef dat dit het betrouwbare Woord van God zelf was.

Een cruciale tekst in dit verband staat in 2Petrus 1:20-21:

“Vergeet vooral dit niet: geen enkele profetie uit de Schrift kan door iemand eigenmachtig worden verklaard.

Een profetische boodschap is nooit ontstaan omdat een mens dat wilde. 

Mensen die namens God spraken, werden altijd gedreven door de Heilige Geest.”

En daarom geloven wij dat de Bijbel het volkomen betrouwbare Woord van God is.


Vertalingen

Nu is het wel zo dat het Oude Testament in het Hebreeuws is geschreven, op een paar kleine stukjes na die in het Aramees zijn geschreven. En het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven.

Dat betekent dat, wanneer we de Bijbel in het Nederlands lezen, wij altijd in ons achterhoofd moeten houden dat het een vertaling is.

Verschillende vertalingen vergelijken en kennisnemen van de grondtekst is daarom wel belangrijk.

 

Naar de volgende pagina dat (de boeken van) het Oude Testament uitlegt.

Relatie wederkerigheid vereist vrije wil

Een relatie wederkerigheid vereist vrije wil.
Relatie wederkerigheid vereist vrije wil
Wederkerigheid

Contact wordt pas een relatie als de ander er wat aan heeft . . . . . . .

God wil relatie met de door Hem geschapen mens.

Wat heeft God aan het contact en wat heeft de mens aan dat contact, zodat het inderdaad een relatie kan zijn. Een liefdesrelatie nog wel.

zie  de pagina: Het voorwaardelijk spreken van God

2.2 Jezus in ons


Je bent hier: Home » De blijde boodschap

Door de Heilige Geest woont Jezus in ons en ontvangen wij daarmee het karakter van God.

Daarom roept Jezus alle mensen op om zich om te keren naar Hem, omdat Hij dat goede bericht voor ze heeft. Maar er is veel meer in dat goede bericht. Niet alleen wij worden  ten goede veranderd, maar de hele wereld.

Namelijk: er is een Koninkrijk komende van gerechtigheid. Waar geen duistenis meer is, geen ziekte of dood, geen oorlogen, geen haat. Het is een Koninkrijk van Leven, Licht en Liefde.

Het leven is dus geen doodlopende weg en het is niet zinloos. Het is niet hopeloos, maar er is hoop. Wanneer? Eigenlijk nu al. Als je in geloof je leven durft overgeven aan Jezus. Dan wordt het: Jezus in jou. Jezus in ons.

Jezus in ons
Jezus in jou, Jezus in ons

Degene die de dood overwon en nu leeft in eeuwigheid, volmaakt.

Dat is een doelbewuste keuze voor Hem maken en dat zichtbaar maken door je te laten dopen als bewijs dat je Jezus wilt volgen en weten dat daardoor jouw zonden zijn afgewassen, vergeven. Je wilt een nieuw leven; je wilt Jezus in jou.

Karakterverandering

Jezus reageert daarop door met Zijn Geest in jou te komen wonen. In de eerste plaats heeft dat karakterverandering tot gevolg. De Bijbel noemt dat dat zo iemand een nieuwe mens wordt, opnieuw geboren wordt, vernieuwd wordt in zijn denken. Dat is Jezus in jou. Jezus in ons.

-0-0-0-0-0-

Wat was het eerste wat Jezus deed toen Hij de dood had overwonnen en naar de hemel ging en aan de rechterhand van Zijn Vader mocht gaan zitten?

Hij stortte de Heilige Geest uit op zijn discipelen, ongeveer 120 personen.

  • Zoals de Zoon het dierbaarste was dat God, de Vader ons schonk voor onze redding,
  • zo is de Heilige Geest het mooiste wat de Zoon ons heeft gegeven voor ons beleven van die redding.
  • Door ons geloof in de Zoon zijn wij gereinigd
  • en door de Heilige Geest worden wij geholpen daarmee in overeenstemming heilig te leven; Hij is onze Helper die meetilt aan ons leven in Christus.
Johannes 14:16-24

Jezus  kwam na Zijn hemelvaart onmiddellijk zijn belofte na die Hij op aarde aan zijn discipelen had gegeven:

“Ik zal de Vader bidden en Hij zal jullie een andere Trooster geven . . .  namelijk de Geest van de waarheid . . .  Hij zal in jullie zijn. Ik zal jullie niet als wezen achterlaten.”

En dan staat er iets bijzonders:

“Ik kom tot u. Nog een klein poosje en de wereld zal Mij niet zien of bemerken, maar jullie wel, want ik leef en jullie ook. Op die dag zullen jullie weten en bemerken dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij en Ik in jullie.”

Zo zie je ook de Drie-enig God. Waar de Geest is daar is Jezus en wie Jezus ziet, ziet de Vader.

Jezus in ons

Met de inwoning van de Heilige Geest woont Jezus zelf in ons. Sterker, dan zegt Jezus: . . . . Mijn Vader en Ik zullen naar hem die mijn woorden in acht neemt toekomen en Wij zullen bij hem intrek nemen.

En steeds als er mensen tot bekering kwamen, werden ze vervuld met de Heilige Geest. En dat is nu nog steeds zo. Jezus en de Vader wonen door de Geest in ons.

En de geestelijk dode mens wordt weer beeld van God, een geestelijk mens(1).

 

Wat zijn de gevolgen van die Heilige Geest in ons; wat brengt dat met zich mee?

Zie daarvoor de volgende pagina’s.

 


 

Noot:

(1) Zie hierover het artikel “Het moedergebod”.